zondag 28 augustus 2011

Ich Bin Ein Berliner, Teil 2


Vorige week sprak ik over de amusante kant van de Berlijnreis.
Maar Berlijn heeft ook een donkere kant.
Of eigenlijk niet zozeer een donkere kant. Berlijn is ondeelbaar.

Onze Berlijnreis speelde zich voornamelijk af in het voormalige Oostelijke deel van de stad.
Niet verrassend, want het is juist daar dat sinds de val van de muur het meest is gebeurd.
Het westelijke deel van Berlijn is...westers. Niet zo spannend, daar is het stadsbeeld niet veel anders dan in willekeurig iedere andere grote westerse stad, behalve dan dat er grote delen opnieuw zijn opgebouwd na de forse bombardementen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Dat is al zo vreemd.
Wie eenmaal gewezen wordt op de nog steeds aanwezige kogelgaten in gebouwen blijft ze zien.
Zelfs waar men ze na de restauratie van indrukwekkende gebouwen zoals de Dom en Brandenburger Tor heeft 'verwijderd'.
Opeens zie je overal kleine vierkante stukken steen in allerlei maten, in kolommen, pilaren, ornamenten.
Ze vallen op omdat ze van een andere tint zijn.
Littekens. Onmiskenbaar.
Dan begin je de geschiedenis van de stad te zien.
De geschiedenis die in het Oostelijke deel nog zo voelbaar is. Omdat juist hier deels de grauwheid zo afsteekt bij de, soms schreeuwende, kleurrijke vrijheid die de stad heeft overspoeld toen vooral de jeugd bezit van haar nam na het vallen van de Muur.
Graffitti, honderdduizend eettentjes, kroegjes, ateliers, vintage-winkeltjes.
Uitgestrooid over het oude en eigenlijk nog zo nieuwe Berlijn.
Uitgestrooid.
Zo ziet Berlijn er uit.
Alsof een grote hand oud en nieuw, verpauperd en modern, triest en blij, beklemmend en bevrijdend in een grote zak heeft gedaan. Gehusseld en opnieuw heeft uitgestrooid. Bijna niets lijkt te staan waar het zou moeten. Bijna niets past naast het andere.
Berlijn is een stad die je ongemakkelijk doet voelen.
De eerste avond gingen wij naar de Hackesche Hofe. Gelegen in het Judenviertel. Een soort Jordaan.
Het bestaat uit woonkazernes, vier of vijf hoog met binnenplaatsjes.
De wandeling leidt je door de verschillende hofjes met cafeetjes, luxe eettentjes en designer-winkeltjes.
Prachtig gerestaureerd met keramisch tegelwerk in de mooiste kleuren.
Ik kijk omhoog op zo'n binnenplaats.
Langzaam verandert het beeld.
Ik zie moeders uit het raam hangen, de laatste nieuwtjes besprekend met elkaar. Ik zie waslijnen van de ene naar de andere kant.
Ik hoor kinderstemmen op de binnenplaats.
Misschien worden de kinderen naar binnen geroepen. Het is Sabbat.
En opeens....
... zal dit hofje, van de een op de andere dag leeg zijn geweest.
Terwijl de was nog buiten hangt, de ramen nog open staan. De laatste geluiden van wegrijdende auto's vanuit de straat tot de binnenplaats doorklinken.
Ik kijk weer naar beneden. Ik reken de koffie af.
Drie euro, maar het is dan ook een A-locatie voor de horeca.
Om de honderd meter kom je wel een kraampje tegen, gerund door Bulgaren of Roemenen. Hier zijn alle leger-insignes uit de DDR te kopen, enorme medailles, gasmaskers, alles wat herinnert aan de Koude Oorlog. Wie goed kijkt ziet: Made in China.
Onze gids bracht ons naar de Opernplatz.
Op 10 mei 1933 werden hier alle boeken die niet voldeden aan de eisen van de Cultuurkamer verbrand.
Door studenten...
Op het plein ingebed een glasplaat, kijk je daar doorheen zie je lege boekenkasten onder je.
Dat hoor je te zien als je de geschiedenis van Berlijn wilt kennen.
Maar al die mensen, al die gidsen, het vlaggetje of de paraplu omhoog om de eigen groep bijeen te houden.
De stalletjes, de commercie.
De inktzwarte geschiedenis van Berlijn, ooit het centrum van het Duizendjarige Rijk, is verworden tot een commercieel product.
Bij checkpoint Charlie op de Friedrichstraße is het druk. Bij de checkpoint zelf staat een verveeld kijkend Duits meisje in Amerikaans uniform, vlaggenstok in de hand met daaraan de Amerikaans vlag . Ik schat haar 19.
Aan haar riem een bordje waarop staat dat je voor 2 euro met haar op de foto mag. Even later wordt ze afgelost door een slordig aangeklede jongen van dezelfde leeftijd. Sigaret rokend. Even verveeld neemt hij haar vlag over.
Dat hoor je te zien als je de geschiedenis van Berlijn wilt kennen.
Maar toch. Het voelt ongemakkelijk.
In het J.F.Kennedy Museum blader ik door een fotoboek van de Muur. Ik zie zwartwit foto's waarin diep verdriet staat geetst in gezichten van mensen die elkaar over de muur groeten. Kapotgeschoten lichamen.
Zou die jongen met die vlag dat boek ook hebben gezien?
We hebben op de plek gestaan waar nog steeds de bunker van Hitler ligt. Onder een parkeertterrein aan de Wilhelmstraße. Een kale plek tussen woonkazernes. Kinderen spelen er.
Vlakbij ligt het Holocaust monument: 2711 grijze betonblokken. Een onwerkelijk beeld. Nog onwerkelijker wordt het als je hoort dat de anti-graffiti laag op de stenen is geleverd door Degussa. In de 2e wereldoorlog mede eigenaar van het bedrijf dat het gas Zyklon-B produceerde.
Soms is de werkelijkheid meer bizar dan de fantasie.

Wat mij het meest is bijgebleven?
Het bezoek aan de Topographie des Terrors. Een documentatiecentrum aan de Niederkirchnerstraße 8.
Hier lagen vroeger de gebouwen van de SS. Hier werd het kwaad in zijn ergste vorm gerationaliseerd en geoperationaliseerd.
Tientallen wanden met foto's tonen het kwaad in zijn ergste vorm.
Duitsters zijn 'grundlich' ook als ze hun eigen zwarte bladzijden tonen en omslaan.
Objectief en rationeel, bijna emotieloos, zoals het ook destijds zal zijn geweest, wordt uit de doeken gedaan op welke wijze joden, homo's, zigeuners, communisten, geestelijk gehandicapten en andere 'onaangepasten' 
uit de heilstaat zijn verwijderd.
Beschaving is zo dun.
Stil liep ik naar de uitgang, onder de indruk.
En toen.
Zag ik een meisje.
Op een bankje in dat documentatiecentrum. 
Een meisje met het syndroom van Down.
Het meest kwetsbare schepsel.
Juist daar, in het hart van het kwaad.
Als overwinnaar.

U was er niet bij, ik kan het niet uitleggen.
Maar opeens weet je.
Beschaving is dun.
Maar uiteindelijk zal het kwetsbare en het goede altijd sterker zijn.
Maar altijd,
altijd
tegen een te hoge prijs.

Een bezoek aan Berlijn. 
Een Blog Drieluik over beschaving.
Welk gevoel overheerst?
Pessimisme? Optimisme? 
De pessimist ziet alleen de tunnel.
De optimist het licht achter de tunnel.

Ik ben realist.
Ik zie de tunnel,
het licht achter de tunnel,
de volgende tunnel.

zondag 21 augustus 2011

Ich Bin Ein Berliner, Teil 1

Zoals het vorige blogbericht al aangaf, ik ben met vrouw en dochter naar Berlijn geweest. 
Een bijzondere ervaring.
Zo bijzonder dat ik besloten heb om er maar twee blogs aan te wijden. Want Berlijn heeft twee gezichten en hoewel die twee eigenlijk ondeelbaar zijn, ga ik het toch proberen.
Volgende week het 'dubbele' van Berlijn, het begrijpbare onbegrijpbare.
Deze week iets luchtigers.
De reis.
Met die bus.
Waar we om kwart voor zeven met de slaap in de ogen op stonden te wachten in Den Haag CS.
Waarom hebben mijn vrouw en dochter altijd de koffers met de wieltjes en ik altijd de te grote onhandelbare tas? De tas die zo groot is dat de avond voor vertrek diezelfde vrouw en dochter de dingen die niet meer in hun koffer passen, in mijn tas naar binnen schuiven.
"Maar jij hebt toch nog ruimte"?"
Ja, ik wel, ik ben een man. Wij zijn zwervers, pioniers, ontdekkingsreizigers. Wij reizen licht en snel.
Tenzij we trouwen.
Uiteindelijk ben ik degene met de zware bagage, zonder wieltjes.
Vanochtend zag ik aan de boord van mijn overhemd dat mijn rechterarm nu vijf centimeter langer is.
"Geen nood ", zegt mijn vrouw, "we gaan in de herfstvakantie weer op vakantie. Kwestie van je tas links dragen dan".
...................

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'


zondag 14 augustus 2011

Apen, Barbaren & Berlijn

Maandagochtend vroeg vertrek ik met vrouw en dochter voor vijf dagen naar Berlijn.
Met de bus.
Inderdaad.
U fronst uw wenkbrauwen. Zijn busreizen niet meer iets voor senioren die de keuring voor het rijbewijs niet meer doorkomen? Die het voordeel zien van altijd een toilet bij de hand, vrolijk kletsend met voor en achterbuurman en ondertussen de rol pepermunt doorgevend?
Is toch niks voor mij. Ik ben een prettige einzelgänger die ruimte nodig heeft.
Die zeer sociaal is......op zijn tijd.
Ik voel mij genoodzaakt het toe te lichten.

Het jaar 2011 gaf een piek in het bestedingspatroon en als je dan toch nog even weg wilt in de zomer (welke zomer?) dan kom je er al snel achter dat busreizen een interessante optie zijn.
En ach, je moet alles een keer gedaan hebben.
Onze eerste gedachte, die direct uitmondde in een boeking, was Londen.
En dan zet je bij het boeken natuurlijk géén vinkje bij de optie 'omboekverzekering' in geval van  calamiteiten of onrust op de vakantiebestemming.
Hallo zeg...ik ga naar Londen.
Niet naar Egypte of Syrië.....
Daags na de boeking besloten een aantal ontevreden jonge Britten dat onze vakantiebestemming toe was aan een 'redesign'.
................................

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'

zondag 7 augustus 2011

Over Trollen en Feeën....

Trollen zijn aardige mensen.
Elfjes overigens ook.
Hoe ik dat weet?
Afgelopen donderdagavond ben ik naar Castlefest geweest in Lisse.
Ik kreeg van een goede vriend twee kaarten voor Corvus Corax. Zij zouden een openingsconcert geven op dit driedaagse middeleeuwse fantasy evenement.
Een bijzonder optreden wat het midden hield tussen de Carmina Burana van Orff, doedelzakmuziek, Gregoriaans en opera (en wat een waanzinnige stem had de zangeres).
Maar het meest bijzondere waren toch de bezoekers.

Ik ben opgegroeid met het adagium 'doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg'.
Gelukkig heb ik me daar altijd tegen weten te verzetten en heb ik ook mijn kinderen proberen mee te geven dat het mooiste wat je ooit kunt worden....
....dat is jezelf.
Maakt niet uit wat de ander er van vindt.
En gelukkig denken er meer mensen zo.
En zo zag ik mij die avond omringd door mensen van wel heel bijzondere pluimage.
Een Viking met een enorm dood beestenvel om zijn lichaam en een ijzeren helm op het hoofd stond gebroederlijk te kletsen met een fee met twee getatoeëerde vleugels.
Overigens groeien ze bij anderen gewoon op de rug. Bij de wijnverkoper (uiteraard werd de wijn geschonken in stenen bekers) stond een gevallen engel die al behoorlijk vleugellam was.
De hoeveelheid gothics was enorm, de meesten kromhangend van het ijzerwerk. Dit verklaarde ook de afwezigheid van detectiepoortjes bij de ingang van het concert, want dat is met alle hondenriemen, piercings en spikes onbegonnen werk.
Is ook niet nodig.
Fantasy liefhebbers zijn vredelievende mensen.
Ik zag een bostrol in een liefkozende omhelzing met een blauwe elf  (nee, geen smurf) met puntoren. En dat terwijl volgens mij in de echte fantasy wereld trollen en elfen toch een godsgruwelijke hekel aan elkaar hebben.
Ik zag piraten en antieke Schotten in oorlogskleuren. Ik zag middeleeuwse danseressen op blote voeten dansen in het natte gras, onbewust van hun omgeving.
En niet alleen jong, ook oud. Zestig of ouder, elkaar in een grijs verleden wellicht ooit gevonden in die gezamenlijk beleefde fantasie en nog steeds verliefd, uitgedost in de meest bijzondere outfits, met liefde gemaakt. Levend in twee werelden.
Mooi toch.
Ik zag meisjes en jongens. Niet de mooisten, het verkeerde lichaam, de verkeerde bril, het verkeerde gezicht, net wat buiten het 'modale beeld'. Degenen die op het schoolplein alleen staan.
We kennen ze allemaal van vroeger en we waren niet altijd even aardig voor ze.
En hier lopen ze rond als prinsessen in hun mooiste jurk aan de hand van die in het dagelijkse leven zo onhandige en onbegrepen prinsen.
Wie zegt dat sprookjes niet bestaan?

Vandaag ben ik in hun wereld de buitenstaander.
Zij koesteren zich deze dagen in een parallelle wereld die eigenlijk vele malen mooier is dan de echte. Waar gezocht wordt naar andere waarden dan geld en bezit. Waar mystieke waarden worden gezocht in de oude muziek en de bijzondere persoonlijke fantasieën die volop beleefd worden.
Een vreemde plek daar in Lisse op die avond, dat weekend.
Een plek waar twee werelden in elkaar schoven.
De Schotse strijder met kilt en bonten beenkappen: de hoornen drinkbeker in de ene hand, zijn Blackberry in de ander.
De woest uitziende krijger, het zwaard aangegespt en een paraplu van PriceWatehouseCoopers tegen de regen.
Naast mij stond een man, leren jack zonder mouwen, strakke leren broek, metalen hondenriem om de nek.
Het intrigeert mij.
Zit hij maandag weer op kantoor bij een bekend consultancybureau?
Gaan die puntoren na vanavond weer in het nachtkastje? Wordt de gothic outfit weer gewassen in de Black Velvet, met liefde gestreken en in de kast gelegd?
Zal de gevallen engel de weg naar huis vinden, de vleugels afdoen en aan de kastdeur hangen?

Ik denk weer aan dat elfje met de getatoeëerde vleugels.
Zij heeft ze altijd.
Zitten in haar huid gebrand. U ziet ze niet.
Ze draagt ze onder haar doordeweekse kleren in haar doordeweekse leven.
Misschien is het uw collega. Mocht u haar wat zien dromen op het werk, dan weet u het.
Dan vliegt ze even een rondje.
Zij wel.

Na afloop richting de auto liep de Viking weer voor me, bontlaarzen, dood beestenvel op zijn rug en zijn ijzeren helm op de bebaarde kop.
In zijn hand een gele tas van de Jumbo.

Uiteindelijk is morgen gewoon weer een werkdag.