zaterdag 16 juni 2012

Partir c'est mourir un peu...

Kunnen alleen de Fransen zo mooi zeggen.
Afscheid nemen is een beetje sterven.
Iets achterlaten, kwijtraken.
Mijn laatste blog, de tweeënvijftigste, waar zou die anders over moeten gaan dan over afscheid nemen.

We nemen ons hele leven afscheid.
Op het moment dat we geboren worden nemen we al afscheid van een bekende onbekende warme geborgenheid.
We nemen afscheid op het schoolplein, die allereerste dag. Later nemen we afscheid van dat plein, die school.
We nemen afscheid van onze eerste liefde. Die voelde als enige en eeuwige,
die dit niet bleek te zijn.
Van vrienden, die verdwenen omdat tijd en afstand in de weg stonden.
Van je onschuld als de grote wereld langzaam jouw kleine wereld binnenkomt.
Afscheid van collega's.
Van je ouders, op zomaar een doordeweekse dag, zittend in een aula.
Van de zomer,
de winter,
je haar.

En ieder afscheid is een beetje sterven.
Maar ieder afscheid is ook een ontmoeting.

Op het moment dat we geboren worden, de eerste warmte van twee armen, een stem, geborgenheid.
Een uitdijende wereld van kennis en verwondering, op school.
Die tweede liefde.
Nieuwe vrienden.
Een harmonie tussen jouw wereld en die grote daarbuiten.
Nieuw werk, nieuwe uitdagingen, nieuwe collega's.
Een opnieuw ontdekken en ontmoeten van ouders in het herinneren, ergens op een doordeweekse dag, zittend in een aula.
De verwelkoming van een kleurige herfst,
een verwachtingsvolle lente
het gemak 's ochtends voor de spiegel.

Wie iets kwijtraakt kent ook het gelukzalige gevoel van opnieuw vinden.
Autosleutel. Portemonnee.
Mensen, geliefden.
Al is het bij de laatste twee misschien niet diegene die je kwijtraakte. Het vult echter een leegte en vaak meer dan dat. Veel meer.
Het is het geluk van opnieuw vinden.
Ontmoeten.

Dit is ons afscheid. Dit is het laatste verhaal in de reeks.
Tweeënvijftig weken, onafgebroken.
Met soms de spanning als de zondag nabij kwam en er nog geen inspiratie was.
Bang voor een 'writers block'.
Maar de inspiratie was er altijd en altijd bij de dingen vlak om mij heen. Misschien is dat ook wel de rode draad in al die verhalen, we zoeken te hard en we kijken te ver.
Vergeten wat er vlak voor onze voeten ligt.

Ik ken u niet, u was verborgen achter de statistieken van deze site. Ik kon zien wanneer u mijn stukjes las, uit welk land u kwam en zelfs of u mij vanachter de pc of de mobiel las.
Maar echt kennen.....
Of toch wel?
Door mijn verhalen heb ik u in mijn hoofd laten kijken, in mijn hart.
Misschien hebben we iets gemeen. Ik denk het wel.
We verschillen minder van elkaar dan andere mensen ons wel eens willen doen geloven.
Het was aangenaam kennis te maken, zelfs zonder echt kennis te maken.

Uit ieder afscheid worden herinneringen geboren.
Mooie herinneringen.
Een hartmononitor toont ons leven als een opeenvolging van pieken en dalen. Steeds opnieuw, da's mooi, dan weten we tenminste dát we leven.
Pas als de pieken en dalen verdwijnen en verworden tot een vlakke lijn moeten we ons echt zorgen gaan maken.

Ik wens u daarom veel piekmomenten toe die u alleen als zodanig zult ervaren vanwege de momenten dat ze er niet waren.
En ik wens u in de dalmomenten toe dat u herinneringen zult hebben aan hoe het was
en het heus weer worden zal
of beter.

Alles is betrekkelijk.
Afscheid nemen maakt ruimte voor voor nieuwe horizonten, bekeken in een rijker perspectief
en dat is mooi.

Want,
Oost, West....
Thuis is het ook niet alles.



Voor het goede doel.

zondag 10 juni 2012

Eikenhout

Voor u onderstaand blog gaat lezen wijs ik u alvast op de  Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'


Houdt u van wijn?
Ik wel, maar zou zeker niet durven beweren dat ik een kenner ben.
Integendeel, er zit blijkbaar een kabelbreuk tussen mijn smaakpapillen en het hersendeel dat zich bezig houdt met de hogere geur- en smaakbeleving die voor de echte wijnbeleving noodzakelijk is.
Ik ben meer een whiskyman.

Probeer het wel hoor. Steeds opnieuw.
Zo nu en dan laat ik me weer eens meenemen naar een wijnproeverij. Leuke avonden.
Staat er zo'n meneer achter een tafel met flessen uit een specifiek wijnland of een bijzondere regio.
Gaan we dus al die wijnen proeven en vooral de verschillen proberen te 'duiden'.
Er wordt gerold, gewalst, geslobberd en uitgespuugd.
Alsof je in een zaal lama's staat.
Moest ik erg aan wennen in het begin. Ben opgegroeid in een tijd waarin weggooien van voedingswaren (ik deel wijnen hier maar even bij in) zo ongeveer een doodzonde was.
Uitspugen? Ben jij gek! Doorslikken!
Ik herinner me daarom weinig meer van die eerste wijnproeverij.

Ging er laatst weer eens heen met een goede vriend en collega.
Een echte liefhebber en kenner.
Neen, een 'connaiseur'!
Zo iemand bij wie wel alle 1000 verschillende geur- en smaakdraadjes zijn doorgekoppeld naar de bovenkamer.
Eerst moest er aan de kurk geroken worden. Het is hem een gruw dat de meeste wijnen tegenwoordig schroefdoppen hebben. Ziet er niet uit, iemand die aan een schroefdop ruikt.
Daarna werd ieder glas wijn beoordeeld op neus, kleur, smaak en nadronk.
Prachtige teksten weet hij dan uit te spreken.
'Ik ruik walnoten' of  'aah, een smaak van pas gemaaid gras'.
'Truffels, ik ruik truffels! Vanille! Ik proef eikenhout!'
'Oeh, net nog een klein tanninetje in de afdronk'.
De gelukzaligheid druipt dan van zijn gezicht.
Ik keek hem aan en vroeg me af of hij aan dezelfde spiritualiën zat als ik.
Ik proefde wijn.
Lekkere wijn en, oh ja, rood.
Zover kwam ik wel, zelfs met mijn ogen dicht.
Uiteraard kon men aan het eind van de avond een fles (of liever een doos) van het geproefde kopen.
De prijzen!
Ik vroeg nog aan de organisator of ik daarmee direct een aandeel in het betreffende landgoed kocht. Hij keek mij schaapachtig aan.
De opmerking dat ik voor die prijs een stelling prettige doordrinkwijn  kon kopen bij de Dirck (uit de Almanak!) deed bij de man ter plekke zo ongeveer een belangrijke ader springen.

Op weg naar de auto nodigde ik de collega en vriend uit eens mee te gaan naar een whiskyproeverij.
Was hij nog nooit geweest. Een maand later pikte ik hem op, met een taxi.
Dat vond hij al vreemd.
Even later stonden we in een mooie Engelse pub.
Andere meneer, een met kilt, een andere tafel en andere drank: whisky. We zouden ons die avond dwars door de laag- en hooglanden heendrinken richting de kust.
'Waar zijn de spuugemmers?' , vroeg hij.
'Daar doen whiskydrinkers niet aan', zei ik. 'Het is al erg genoeg dat er iets verdampt bij het openstaan van fles en glas'.
Dat wat de Schotten zo mooi 'the Angels share' noemen.
'Gewoon doorslikken, de glaasjes zijn er klein genoeg voor'.

Het werd een bijzondere avond. Vooral vanwege het doorslikken (wat hij blijkbaar niet gewend was)
van de whisky (die hij blijkbaar niet gewend was).
Hij probeerde nog wel zijn 1000 geur- en smaakdraadjes aan te spreken maar gaandeweg de avond   brandde het ene na het andere draadje door.
De eerste twee, drie glaasjes gingen nog wel, halverwege de hooglanden is hij echter definitief verdwaald.
'Ikpvhroeff sjerie en un beetjuu aertbeij!', toeterde hij van dichtbij in mijn oor.
Met ruiken was hij al gestopt omdat ook zijn neus er definitief de brui aan had gegeven: volledig uitgebrand door de 45% alcoholdampen die er doorheen trokken.
'Asjemenou, ik ruiiik de sjee!!'. Dat was zo ongeveer het laatste wat hij meepikte van de 18 jaar oude Laphroaig voordat hij naast me van de barkruk gleed.

Heb hem braaf thuisgebracht die nacht, tegen de deur gezet en aangebeld.
Toen de taxi wegreed zag ik de deur opengaan en mijn vriend voorover op het 'Welkom' matje vallen.
Een zeer geslaagde avond.

De volgende dag zal hij wel weer eikenhout hebben geroken, en gevoeld.
Vooral tussen nek en kruin.
Eén groot blok eikenhout.


Sláinte!  *)
*)   op je gezonheid in Gaelic


Vergeten de vooraankondiging van het boek te lezen? Kan alsnog via deze link:
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'
Voor het goede doel.

zaterdag 2 juni 2012

Oranje

Voor u onderstaand blog gaat lezen wijs ik u alvast op de mededeling op deze blogpagina: Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'



Ik ben een enorm sportmens.
Voetbal, golf, zwemmen, atletiek, wielrennen, tennis....
Ik kan er uren naar kijken....

U begrijpt dus, dit wordt mijn zomer.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik zelf weinig sport. Te gevaarlijk. Ik zie teveel collega's van mijn leeftijd op maandag strompelend het pand betreden. Gevallen op de racefiets, hockeystick tegen de enkel, kniebanden gescheurd.
Had God gewild dat we zouden gaan sporten dan had hij ons wel van een rugnummer voorzien.

Maar ik ben wel een echte Hollander.
En een wereldburger.
Dus als we als landjes samen met elkaar de strijd aangaan op een sportieve manier, dan vind ik dat een bijzonder mooi gebeuren.
Moesten we vaker doen. Niet de wapens opnemen, gewoon bij conflicten een potje voetballen. Of wordt voetbal dan echt oorlog?

Het zal u niet zijn ontgaan: Nederland kleurt Oranje.
Oranje huizen, Oranje straten, Oranje gips in de ziekenhuizen.
De economie laten we even voor wat 'ie is en dat is niet veel. Dankzij de crisis zitten de meesten toch thuis met een langdurige werkonderbreking en de 56 nog overgebleven bouwvakkers kruipen straks ook de bouwkeet in.
We gaan het weer proberen. En ondanks het Europese karakter van deze Kampioenschappen hebben we toch alvast een mondiale winnaar: China.
Kunt u zich de gezichten voorstellen van al die Chinezen die de afgelopen maanden alleen maar Oranje meuk aan zich voorbij hebben zien komen op hun lopende band? Vlaggetjes, toeters, jurkjes, broeken met leeuwenstaarten, boa's, de bierpet, brulshirts... Hoofdschuddend zitten ze s'avonds aan de noedels. Nederland, niet alleen het land van gekke koeien.
Wie de tv aanzet kan er niet meer omheen, alle reclame is Oranje gekleurd.
Grootgrutters, mediagiganten, bierbrouwers, iedereen probeert zo snel mogelijk en zo veel mogelijk van de Oranjevoorraad te verkopen.
Het  zou half juni zo maar afgelopen kunnen zijn.
Blijf je er mee zitten.
Sta je buiten spel.

Om de twee jaar heb ik met het EK en WK een bijzondere verjaardag, vier die dag altijd op een naastgelegen datum waarop Nederland speelt.
Bijzonder uitgelaten komt dan een dertigtal mensen, zwaar Oranje uitgedost, het feestje meevieren. De breedbeeld tv wordt uit zijn muursteunen getild en daar geplaatst waar zoveel mogelijk mensen goed zicht hebben op, naar wij hopen, het adembenemende achteruitspelen van Nederland.
Gaat meestal goed, WK2010 (2-1), EK 2004 (3,0)
Soms iets minder, WK2006 (0-0),
en soms verpesten ze mijn verjaardag, EK 2008, (0-1).
Heb je een gezellige nazit met 30 chagrijnige mensen die zich de Oranje kledingstukken van het lijf scheuren.
Bier is wel opgegaan die avond, dat dan weer wel.

Het maakt mij allemaal niet uit.
Ik heb absoluut geen verstand van voetbal. Ben gewoon een  Hollandse chauvinist. Trek mijn Oranjehosen met leeuwenstaart aan (Bavaria 2008) en feest mee.
Al was het het EK hamsterdressuur, als we een Nederlandse ploeg zouden hebben zou ik ze toejuichen. Vind al die zottigheid erom heen wel leuk en mis geen wedstrijd.

Ik heb wel een bijkomend probleem.
Mijn vrouw heeft veel verstand van voetbal.
Tenminste....
In haar ogen is het een tamelijk eenvoudig spel waarbij je gewoon met de bal naar voren moet lopen om hem daarna behendig bij de tegenpartij tussen de palen te plaatsen.
Hoe moeilijk kan het zijn?
Ik hou mijn hart vast de komende tijd.
De afstand tussen bank en breedbeeld weet ze moeiteloos verbaal te overbruggen, sterker nog, ik meen zelfs soms aan de spelers op het veld te zien dat iets van het verbale geweld digitaal terugsijpelt naar de geluidsinstallaties van het betreffende voetbalstadion.
Zie ik ze opeens verschrikt omhoog kijken bij een foute pass.
Zou dat kunnen?
De komende weken zit ik in ieder geval weer met mijn eigen 'Generaal' op de bank: mevrouw Michels.
Heb ik een biertje in de ene hand
en de bloeddrukmeter stand by in de andere.
Heb geen van de Gijp, van Gelder of Derksen nodig.
Krijg van haar in de pauze een haarfijne analyse wat er is misgegaan en wie er uit moet.

Ach, we zullen samen deze sportzomer wel weer overleven.
Roland Garros,
Wimbledon,
Tour de France,
EK,
Olympische Spelen.

Al die TV uren,
al het bier,
al die nootjes.

Sport is afzien....

Aankondiging boek Oost, West....

Lieve lezers en lezeressen,

Het zit er op.
Tweeënvijftig weken, iedere week een blog.
Het is mooi geweest.

Een jaar geleden begonnen met de gedachte.
Waarom niet? De eerste maand blij met 13 lezers.
Nu wekelijks meer dan 100 lezers, de verhalen meer dan 6500 keer gelezen, lezers in 10 landen.
Een mens zou er verlegen van worden.
Ik dank u. Ook voor alle reacties die ik mocht ontvangen.

Iets beginnen is leuk. Ergens mee stoppen ook.
Omdat er dan weer ruimte komt.
Er zijn nog duizenden dingen die gedaan en ontdekt kunnen worden. Dit blog was er daar een van.
Eén ander op het lijstje stond was het schrijven van een boek.
Een boek maakt onsterfelijk. Tenminste, zo voelt het.
Rare gedachte, want ieder mens is al onsterfelijk door het feit dat hij in zijn leven iets doorgeeft aan anderen. Hoe klein en eenvoudig dan ook. Een boek is niet noodzakelijk.
Maar wel leuk.
En ergens halverwege dit jaar, mede naar aanleiding van opmerkingen van verschillende van u, kwam ik op de gedachte de blogs te bundelen en uit te brengen als boek.
Twee wensen en projecten in één klap afgevinkt.
Een boek met 52 verhalen.
Gewone, ongewone alledaagse bijzonderheden.
Die ik met u heb gedeeld en die u wellicht zelf had kunnen schrijven.
Wij verschillen niet veel.

Het boek zal na de zomer uitkomen. De kaft ziet u hierboven.
Na de laatste bijdrage zal de tekst nog worden gecorrigeerd en opgemaakt, daarna nog een paar weken voor de proefdruk.
Zal er niet rijk van worden, wil er niet rijk van worden.
Hoef er geen euro voor te ontvangen.
Het schrijven gaf plezier genoeg.
Alle opbrengsten komen ten goede aan de Stichting Vrienden van Tanzania: www.svvt.nl
De Stichting waar mijn dochter een half jaar heeft gewerkt en die u wellicht kent van de verhalen 'Loslaten' en 'Voor Anna'.

Ik draag het boek dan ook op aan Anna
en haar honderdduizend zusters.

En als u nou plezier hebt gehad aan de verhalen,
als u ze nog eens terug wilt lezen (het blog zal worden opgeheven).
Als u het positieve verschil wil maken in leven en leren van jonge kinderen die dat verdienen. 
Misschien wilt u dit boekje dan opnemen in uw boekenkast?

Het boekje (ongeveer 200 pagina's) wordt gedrukt door een printing on demand drukker www.pumbo.nl. Zij doneren ook nog eens één euro per uitgegeven boekje.
Als ik van te voren weet wat de mogelijke afname zou zijn, kan ik in grotere hoeveelheden bestellen. Dat drukt de productieprijs waardoor er dus meer overblijft voor het goede doel.
Op voorinschrijving zal het boekje ± 12,95 kosten (excl. verzendkosten). Daarvan zal ruim 4 euro per boekje naar het goede doel gaan.
Een nabestelling via de website van www.pumbo.nl  zal ongeveer 16,95 kosten (ze moeten dan per stuk worden gedrukt, waardoor de drukkosten hoger liggen).
Heeft u interesse? Stuur mij een mailtje: paulhjpouw@casema.nl.

Ik was het al,
maar u maakt mij een nog gelukkiger mens....

Paul H.J. Pouw


zondag 27 mei 2012

Voorpret

Zo rond maart, april begint het weer.
Vakantievoorpret.
Tenminste, zo wordt het voorgesteld. Brochures worden verzameld en het internet wordt afgezocht naar de meest ideale vakantiebestemming. We moeten er uit. De nomade in ons wordt wakker.
Mensen zijn hartstikke gek.

We verruilen onze comfortabele woning om na een slopende dag doorrijden op de Franse Autoroute du Soleil aan te komen bij de Spaanse Costa om aldaar uitgeput neer te zijgen in een kant en klaar tent.
Het plaatselijke ontvangstcomité, een semi-bejaard echtpaar zit al klaar en verwelkomt ons met de goedkoopste fles rosé die in de wijde omtrek te vinden was. En ik had al zo'n hoofdpijn van de reis.
Zij zijn gastvrouw en -heer (een campinggaststel), hun taak is te waken over het contingent tenten dat de boekingsorganisatie op de camping heeft geplaatst.
Voor tien weken hebben ze hun Amsterdamse drie-hoog achter flat verruild voor een plek op de camping, dweilen wekelijks de tenten uit om daarna met het verdiende geld nog drie maanden tegen 60+ tarieven na te zomeren in een leuk appartementenhotel op Gran Canaria.
Wat doe ik verkeerd?

Een kant en klaar tent.
Ik ben er wel klaar mee.
Het lukt ze altijd om die tenten niet waterpas te zetten waarmee dus ook het bed op 'vals plat' komt te staan. s'Ochtends wordt je wakker met je kop tegen het hoofdeind gedrukt. Diezelfde kop is gevaarlijk rood omdat al het bloed zich achter je ogen heeft teruggetrokken.
'U heeft al een lekker kleurtje buurman, niet te lang met het hoofd in de zon hoor!'
Overdag bivakkeren we aan het strand.
Het regent er nooit.
Jawel, het regent er wel. Ik heb foto's dat we met z'n allen onder de parasol schuilen tegen Spaanse plensbuien. Die foto's halen alleen nooit het vakantieplakboek.
Wij besluiten deze feestelijke vakantiedagen meestal door wat geblakerd vlees van de barbecue te krabbelen om ons daarna nog even voor de tent te laten leegzuigen door de plaatselijke muskieten. Zij doen zich tegoed, gaan niet op vakantie. Ik heb vorig jaar voor het eerst een mug horen boeren.
's Nachts doe je niets anders dan je plas ophouden.
Er zijn namelijk twee opties, gebruik maken van een emmer die je gegarandeerd minimaal één keer per vakantie omver gaat lopen, of de wandeling maken naar het verderop gelegen toiletgebouw. Dat betekent t-shirt aan, broek aan, slippers aan, zaklamp aan en dan....proberen geruisloos de tent te verlaten.
Gaat niet, die rits.
Een heel robuuste rits die een heel robuust geluid maakt op een verder doodstille camping.
Twee keer...,
één keer heen:
Fzwieeieieiiieieieiiiieieieieieieieiiieeiei  (twee meter rits)
en na een paar minuten weer terug:
ieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieiwzF (en nog eens twee meter).
Nu is de hele tent wakker, moeten ze opeens allemaal plassen en dus wordt de rits het komende half uur zeer nadrukkelijk getest. Blijkbaar hebben de buren in een straal van 200 meter ook onze rits gehoord want voorlopig hoor ik een hele trits ritsen meedoen in deze nachtelijke symfonie.
Op zulke momenten verlang je naar je porseleinen Sphinx die ongebruikt staat te verdrogen thuis.

Het is uiteraard niet allemaal leed.
Gelukkig is er altijd wel 'vertier' op de camping. De lokale Dries Roelvink blijkt de komende avonden te zijn ingehuurd. Hij begeleidt zichzelf op een aftands keyboard terwijl boven zijn hoofd de TL-buis van de naastgelegen snackbar (in de folder beschreven als sfeervol specialiteiten restaurant) knippert als ware het een echte lichtshow.
Een keer een geweldig animatieteam meegemaakt op een camping in de Ardèche. Dertig man sterk die iedere avond volledige musicals ten uitvoer brachten.
Minder was het feit dat zij bivakkeerden boven het toiletgebouw die zo ongeveer naast onze tent was gesitueerd.
Los van het feit dat je de stoelgang kon volgen van de halve camping, eindigde voor deze dertig jong volwassenen zo rond 01.00 uur s'nachts hun werkdag hetwelk dagelijks werd gevierd met luidruchtige, wijnbesprenkelde orgies. Het ging er geanimeerd aan toe.
Mijn nachtelijke smeekbede onder aan het raam werd alleen gehonoreerd met de regelmatige en uitnodigende vraag 'Que-est ce que vouz desirez?'
Maar ik wilde helemaal niets met Desiré, ik wilde slapen.

Na een brakke nacht strompel je net al ieder ander met een wc-rol onder je arm richting toiletgebouw. Iedereen kijkt alsof hij toch vooral niets onder die arm heeft. Hé, wat heb ik hier nou onder mijn arm? Een toiletrol? Hoe komt die daar nou?
Om er dan in datzelfde toiletgebouw achter te komen dat er iemand in de wasbak heeft gesch....
Laten we wel wezen, moet voor een half bezopen campinggast toch een behoorlijk acrobatische stunt zijn geweest.
Kan daar zo boos om worden.
Heb uit pure baldadigheid toen maar mijn tanden gepoetst boven de toiletpot! Ha, ik zal ze leren!
Al viel het nog niet mee om daar mijn mond te spoelen na afloop. Ook dat vraagt om een flexibele ruggengraat.
Na veertien dagen of drie weken (ja, het kan erger), pakken we alles in en rijden in een ruk terug naar Nederland. Terug naar de goed geoutilleerde keuken, de kingsize box-spring, het altijd voorhanden zijnde sanitair.
En op de eerste werkdag vertellen we allemaal hoe geweldig de vakantie wel was, hoe schitterend het weer en hoe gezellig de contacten.
Al weten we met zijn allen uit de kranten dat het zes weken noodweer was in Europa, op de een of andere manier tref je nooit iemand die er middenin zat. Knap is dat.

Changement de decor. Daar doen we het voor zeggen we. Er even tussen uit.

Dit jaar komt er een andere auto.
Dus zal het met de vakantie wat minder worden.
Jammer hoor.

Deze zomer lig ik in de late avond in mijn hangmat, achter in mijn tuintje aan het water.
Wijntje binnen handbereik.
Hoor wat gekwaak van kikkers, verder alleen stilte,
niets dan stilte en rust.
Kijk ik omhoog en staar naar de sterren.
Urenlang.
Wat een prachtig decor.
Quelle changement!

En als ik moet plassen?
Tien stappen lopen en een ritsje van 15 cm.

Ik heb nu al voorpret.

zondag 20 mei 2012

Kwijt

Ik ben altijd alles kwijt.
Zijn het mijn sleutels niet, dan is het wel mijn portemonnee.
Heb de vervelende neiging om dingen die ik niet wil kwijtraken op een speciale plek te leggen, zodat ik ze niet kan kwijtraken.
Waarop ik ze daarna gegarandeerd kwijtraak.

Als een eekhoorn die zijn nootjes overal verstopt, om toch vooral in de winter niet om te komen van de honger.
Ik kan me alleen die speciale plekjes  nooit meer herinneren.
Ik zou het magerste eekhoorntje in het bos zijn vermoed ik.

Ik ben ook een broer kwijtgeraakt.
Ik had een speciaal plekje voor hem, mijn oudste broer en doordeweekse vader.
Een verstandig en rustig mens. Streng en zachtmoedig tegelijk, rechtvaardig.
Een toetssteen.
Kocht ik een auto, dan was het vooraf, had ik een nieuwe vriendin, dan was het achteraf, maar altijd zocht ik zijn goedkeuring. Dan wist ik dat het goed was.
Een grote broer zoals een grote broer is bedoeld.
Eentje die overigens ook altijd alles kwijt was, zijn sleutels, paraplu, zijn eeuwige pijp.
Hij had het zoekraken tot kunst verheven.
En opeens, na een kort ziekbed, op 14 juli 1996 was ik hem kwijt, hij 48, ik 36.

Ik ben nu ouder dan hij ooit is geworden.
Gek eigenlijk, hebben wij nu de rollen omgedraaid?
Ben ik nu de oudere broer, hij de jongste?
Op 28 oktober 2007 was ik 48 jaar en 128 dagen oud.
Op die dag zijn wij beiden door de spiegel gegaan. Vanaf die dag werd hij jonger naarmate ik ouder werd.
Sinds die dag leef ik elke dag die hij niet heeft geleefd en wordt me dat steeds meer bewust.
Vreemd, voor altijd en onvervreemdbaar mijn oudste broer. Nu de jongste.
Elkaar te vroeg in de tijd gepasseerd.

Opnieuw zag ik toen bevestigd dat als je dingen op speciale plekken bewaart, ze verdwijnen.
Je boos en machteloos bent omdat je ze niet terug kunt vinden, vooral niet als je heel hard je best doet.
Omdat de plekken waar je zoekt té speciaal zijn. Je té veel je best doet.

Soms moet je stoppen met zoeken om iets terug te vinden.
Als je iets kwijt bent is het niet echt weg, niet echt.
Het is er nog.
Alleen buiten je bereik.
Soms vind je de dingen door juist niet meer te zoeken op de speciale plekken maar juist door alleen maar aanwezig te zijn op de voor de hand liggende, alledaagse plekken.

En dan kom je ze zomaar tegen,
je sleutels, je portemonnee...

...mijn broer.
In een gedachte, een uitzicht over het landschap, een bries, een warme zomeravondlucht.
Merk ik dat hij zit in iedere vezel van mijn bestaan en in iedere ademtocht.
Als de schaduw die onzichtbaar met mij meeloopt als ik mijn gezicht maar naar de zon durf te keren.
Hij wist het allang.
Weet ik nu.
Hij, de meester in zoekraken.
Ik zag het in zijn blik die laatste keer.

'Je vindt me wel weer.....'


Do not stand at my grave and weep.
I am not there, I do not sleep.
I am a thousand winds that blow.
I am the diamond's glint on snow.
I am the sunlight on ripened grain.
I am the gentle autumn's rain.
When you awaken in the morning's hush,
I am the swift uplifting rush
of quiet birds in circled flight.
I am the soft stars that shine at night.
Do not stand at my grave and cry;
I am not there,
I did not die

Mary Elisabeth Frye 1905-2004


zondag 13 mei 2012

Aanstelleritis

Ik kom er achter dat ik dit jaar nog niet ziek ben geweest.
Vorig jaar ook niet trouwens.
Zo kom ik nooit door mijn ziektedagen heen.
Want zo heel nu en dan is het best wel lekker, ziek zijn.
Een klein beetje dan.
Want ik waak er wel voor om het ernstige leed over mijzelf af te roepen, noch wens ik u dat toe.
Ik wens u een buitengewoon gezond en vrolijk leven toe.

Maar zo heel incidenteel je net niet helemaal honderd procent voelen en dat uitspelen.
Schijnt iets van mannen te zijn (zeggen de vrouwen).
Als je zo 's ochtends wakker wordt, niet helemaal scherp, mat, laf, beslagen, grauw en rillerig.
Dit is 'm!
Ik beweeg me wat rusteloos in bed, zucht en draai tot ook mijn teerbeminde hier wakker van wordt.
'Wat is er?'
'Ik weet het niet', zeg ik met een stem die al een lichte verhoging pretendeert. 'Ik denk dat ik wat onder de leden heb, voel me niet goed.'
Ze kijkt me aan en voelt mijn voorhoofd.
'Mmmh, je voelt niet warm.'
Ik worstel m'n oogleden wat open en kijk vanonder deze vlezige lambrisering met licht wegdraaiende ogen haar aan.
'Je ziet er inderdaad beroerd uit, wellicht verstandig om een dagje bed te houden.'
Onderwijl zij zich opmaakt voor een dag werk werpt ze me de thermometer toe.
De thermometer werkt niet mee. Onder de tong geeft hij onverbiddelijk aan dat de interne kachel niet hoger brandt dan normaal. Het maakt niet uit of ik de peilstok daarna nog in een andere lichaamsopening plaats (nooit de volgorde van plaatsing door elkaar halen!), hij weigert te bewegen.
Ik ga er van uit dat hij kapot is, ik ken uiteindelijk toch mijn eigen lichaam het beste.
Ik hoor gestommel op de trap en drapeer mijn hoofd schuin op het iets opgetrokken kussen, kin boven het dekbed en een gezichtsuitdrukking als Jezus aan het kruis.
Ik lijd.

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'

zondag 6 mei 2012

Niet bevrijden s.v.p.

4 en 5 mei achter de rug.
Een vreemde dag. Met dit jaar, meer dan ooit, 'gedoe' over wie wel en niet gewenst is bij de herdenking.
Langs welk graf er wel en niet mag worden gelopen.
Opnieuw hebben we het over 'wij' en de 'anderen'.

En natuurlijk documentaires op TV. Opdat wij toch vooral niet vergeten.
Een Nederlandse mevrouw, getrouwd met een Duitse man, haar vader in het verzet, zijn vader bij de Waffen-SS. Zij is trots op haar vader, maar geeft heel schuchter toe dat ook zij zichzelf soms betrapt op 'foute' gedachten.
Je zag haar bevrijding toen zij dit durfde uitspreken.
Een andere documentaire over de naar schatting 500.000 omgekomen Sinti- en Romazigeuners. De vergeten holocaust. Diezelfde zigeuners waar u en ik ons wellicht aan storen als ze muziek makend door de trein gaan.
Afsluitend op 4 mei het dit jaar voor het eerst te beluisteren Requiem voor Auschwitz. Indrukwekkend.

Wij hebben weer opnieuw herdacht.
Dat het nooit mee mag gebeuren: het collectief uitbannen en doodzwijgen van mensen vanwege hun geloofsovertuiging, afkomst, geaardheid.
We geloven dat dàt vast niet meer zal gebeuren, kan gebeuren. We kunnen al nauwelijks geloven dat het ooit op die schaal heeft plaatsgevonden.
Nooit weer.

Maar ik dacht vooral aan die oudere Nederlandse mevrouw en haar foute gedachten. Verontschuldigend haast. Een integer en oprecht mens.
Zouden er goede Duitsers zijn geweest, en foute Joden?
Maakt een foute gedachte je tot slecht mens, of alleen ........


Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'

zondag 29 april 2012

Erobotica

Leuk artikel in de krant.
Over de opkomst van menselijke robots, zeer natuurgetrouw, die inzetbaar zijn voor allerlei hand- en spandiensten.
Voorzichtige experimenten zijn er op het gebied van woonzorg ondersteuning, maar in dit artikel ging het om geheel andere hand- en spandiensten: prostitutie.

Twee Nieuw-Zeelandse wetenschappers voorspellen dat in 2050 er op de Amsterdamse Wallen geen dames van vlees en bloed meer achter de ramen zitten maar robots.
Vroeger onderging menig jongeman zijn ontmaagding bij deze, vaak toch wat oudere dames van lichte zeden. "Op een ouwe fiets moet je het leren", zo stelde het spreekwoord.
Dat wordt dus nu een elektrische fiets.
Geweldig hoe oude wijsheden en nieuwe technieken naadloos in elkaar overgaan.
Hoewel naadloos toch ook weer een rare bijsmaak heeft als we het hebben over bovenstaande innovatie.

Op een bijgevoegd fotootje zie je de beide heren sjouwen met een prototype. Lijkt nog wel erg op die opblaasgevallen. U kent ze wel: een keer in de nek bijten en ze vliegen het raam uit.
Maar goed, de eerste Opel Kadett zag er ook anders uit dan de Insignia van nu, dus dat komt wel goed.
Het zou een wandelingetje langs de ramen in die mooie Amsterdamse buurt echter toch een andere lading geven, alsof je bij een elektronicazaak naar binnen kijkt.
Onze wetenschappers denken dat mannen een beter gevoel overhouden na seks met een robot in plaats van met een prostituee. Ik denk dat er ook mannen zijn die een beter gevoel overhouden na seks met een prostituee omdat ze al jaren seks met een robot hebben.

Het zijn natuurlijk wel weer mannelijke wetenschappers. Seksistisch als alleen manvolk kan zijn denken zij alleen aan damesrobots.
De dames onder u moet ik dus teleurstellen.
Geen George Kloonie.
Hoewel die mij trouwens veel eenvoudiger te maken lijkt, bepaalde onderdelen zijn al sinds jaar en dag op de markt, slechts een kwestie van wat handige assemblage.

Zou er een snoer aanzitten denkt u? Lijkt me wel een raar gezicht.
Of zouden ze op batterijen werken? Dat zou de term 'duracell konijn' wel weer in een heel ander daglicht zetten. Ik zie de nieuwe reclame al helemaal voor me: 'en waar andere dames het al na enige uren opgeven, weet DuracellDora van geen ophouden!
Je mag toch hopen dat het allemaal veilig is. Maar dat zal wel weer geregeld worden door de keuringsdienst van waren, al ben ik wel benieuwd hoe zoiets gekeurd zou moeten worden.
Blijft echter wel een raar idee als je aan haar oor knabbelt en je plotseling een stempel "TUV/DIN geprüft ISO 9001-8000" tegenkomt.
En voorzichtig aan hè, het kan natuurlijk stuk.
Je zou toch niet willen dat er op het moment suprême een zekering uit knalt.
Eén korte plof en u ligt met een kapotte, oversized stofzuiger in bed.
Geen condooms meer in de binnenzak.
Reservezekeringen.

De wetenschappers zien allerlei voordelen. Geen gedwongen prostitutie meer, geen SOA's, vrouwenhandel is overbodig, de 'dames' komen netjes per container uit Pyongyang.
Volgens de heren zou de gemeente de tarieven kunnen bepalen en zorg dragen voor onderhoudsbeurten.
Dat laatste klinkt dan toch weer een beetje vreemd.
 Lijkt me meer iets om uit te besteden aan de electronicazaken. Leuke stickers op de ramen: 'Every Day High Service, Low Pricing'.
Past ook helemaal bij zaken als BCC, Mediamarkt, Dixons, ze hebben al een eigen onderhoudsdienst en hebben ervaring hoe je etalages een beetje leuk aankleed.
Daarbij heb ik bij dit soort winkels toch al vaak het gevoel dat ik genaaid wordt en na een maand met iets blijf zitten wat ik nooit heb gewild.
De vraag die in het artikel ook werd gesteld: valt seks met een robot onder vreemdgaan? Zou je het uit kunnen leggen thuis? Zou je betrapt kunnen worden? Dat je het bonnetje vergeet uit je jaszak te halen?
'Zeg schat, leg mij eens uit wie Husqvarna is!'

En dan is er tenslotte nog het economische en ethische vraagstuk.
Wat te doen met al die aardige Oostblokdames die nu de ramen bezetten? Zal na het aspergesteken en komkommers plukken ook deze arbeid hen worden afgenomen door de voortschrijdende automatisering?
Het is de vooruitgang.
Je houdt het niet tegen.

Garnalen pellen.
Kijk, daar zie ik dan voor de dames van lichte zeden wel weer mogelijkheden.
Nederlandse, Noorse of Reuzengarnalen.
Want of je ze nou in hun jasje helpt
of eruit,

da's toch ongeveer hetzelfde.



zondag 22 april 2012

Doedelzak

Ik ben een beetje doof.
Lawaaidoof, roezemoesdoof.
Ik heb een piep in m'n oor. Wat voor piep? Voor wie het nog weet van vroeger: als de tv uitzendingen van de NTS (de voorloper van de NOS) waren afgelopen en het beeld op zwart ging. Dan gingen we  'de ether uit'  en restte alleen nog sneeuw en een piep. Zo'n piep dus.
Dat komt, ik heb jaren doedelzak gespeeld.

Wie gaat er nu ook in godsnaam doedelzak spelen?
Ik.
Doedelzakmuziek, je haat het of je vindt het geweldig, er is geen tussenweg.
Jaren geleden gegrepen door de muziek en me toen aangesloten bij een regionale band.
Eén aangepaste blokfluit: de chanter, één jaar om de techniek van dat monster onder de knie te krijgen en dan mag je eindelijk naar buiten, meedoen. Een paar nummers dan.
Het is geen instrument, het is een martelwerktuig.
Het zijn vijf instrumenten in één. Drie drones (die lange pijpen, op twee octaven gestemd) en de chanter zelf die bespeeld wordt. Vier rieten die ieder op zich op 1000 manieren vals kunnen klinken en maar op één manier in harmonie.
En dan nog dat opgeblazen schaap onder je arm die je continue op dezelfde druk moet houden.
Maar die muziek...
Ooit wel eens een Mass Band gehoord? Honderden pipers bij elkaar? Of er een muur van geluid op je afkomt. Het continue brommen van de drones.
Geen wonder dat de Engelsen het instrument in vroeger eeuwen als wapen zagen en het de Schotten jarenlang hebben verboden het te bespelen. Er zijn in de eerste en tweede wereldoorlog veldslagen gewonnen doordat men op de vlucht ging voor de dreiging die van het geluid uitging.
Of, bedenk ik me nu, misschien wel van het geluid zelf.
Vaak liep er een piper voorop bij de aanval.
Die trok al het vijandelijke vuur naar zich toe, maar werd trouwens even vaak in de rug geschoten door vriendelijk vuur.
Als hij maar stopte met spelen.
De honderden grapjes die bestaan over dat kattengejammergeluid.
Een doedelzak, op zichzelf gestemd, klinkt altijd goed. Twee doedelzakken samen klinken bijna altijd vals.
Wat moet je doen als twee bagpipespelers vals klinken?
Er één doodschieten.
Waarom marcheert ............

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'

zondag 15 april 2012

Modeslaaf

Hebt u iets met mode?
Nee?
Heeft u geen dochters zeker.
Ik heb er nog eentje thuis. Ik moet dus wel iets met mode. Ik ontkom er niet aan.
Mijn vaderschap staat in dienst van de mode.
Haar mode. Ik ben een modeslaaf.

Vroeger.
Vroeger had ik er zelf wel iets mee. Was nou niet bepaald moeders mooiste.
En wat doe je met een lelijk cadeautje?
Daar doe je een mooi papiertje om. Lijkt het nog wat.
Dus gaf ik, zo snel als mijn zakgeld en eerstverdiende salaris het toelieten, geld uit aan kleding. Trendy kleding. Nou spreken we wel over de jaren zeventig, dus het trendy van toen was niet het trendy van nu.
Het was de tijd van Soul en Disco.
Queen, Status Quo, Tavares, Abba, Stevie Wonder, Chicago.
Plateauzolen, lichtgrijze krijstreepbroeken met wijde pijpen voor de soulfanaten en dito jeans voor de rockers. Blousejes met pop-art achtige motieven en enorme, diep uitgesneden revers die alle ruimte lieten voor borsthaar (dat ik niet had).
Daarbij kwam ook nog eens dat mijn jeugd zich ......

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'

zondag 8 april 2012

Ik kom niet

Pasen.
Ik rijd regelmatig langs een oud kerkje, niet meer in gebruik, aan de gevel een grote lichtreclame:
Jezus kom!
Deze dagen gedenken miljoenen mensen het lijden en sterven van die persoon.
Wachtend op zijn wederkomst, hopend, biddend. 
Het zet je aan het denken...

Ik kom niet.
Niet dat er geen redenen voor zijn. Ik heb al 1979 redenen gehad om wel te komen, en van die jaren had iedere dag wel zijn redenen. Miljoenen redenen waren er. Maar toch..

Kijk, het eerste probleem is, ik kom niet voor iedereen.
Dat is overigens niet mijn idee, maar er zijn nu eenmaal bevolkingsgroepen die mij toch wat minder luister toebedelen dan de 'ware gelovigen'.
Hun zelfverkozen titel trouwens, ik heb dat predicaat nooit uitgedeeld.
Hele bevolkingsgroepen die in mij niet meer zien dan een timmermanszoon, hooguit een profeet zoals Mohammed. Of men zet mij in het rijtje van Ghandi, Mandela, Moeder Theresa, Martin Luther King. Gewone mensen die in hun leven op een buitengewone manier mens waren, zonder daar zelf al te veel bij stil te staan.
Misschien ben ik dat ook wel, gewoon een mensenzoon, net als u, die in een ver verleden vond dat hij een statement moest maken, een stem moest geven aan minder bedeelden. Niets meer dan dat, maar daardoor juist niets minder.
Laten wel wel wezen, als je gelooft wat er geschreven staat heb ik Pontius Pilatus, op zijn vraag of ik de Messias was, geantwoord: dat zijn jouw woorden.
Maar goed, blijkbaar ben ik eigendom geworden van één bepaalde groep.
Dus als ik kom zullen al die anderen zich afvragen, wie is dat? Wie denkt hij wel dat hij is?
Ik ken het maaiveld in Nederland.

En daarbij, zal die ene groep die wekelijks voor mijn wederkomst bidt mij wel herkennen?
Zal ik opvallen als ik opeens rondloop op de Kalverstraat, LangePoten, op Leiden Centraal?  Het is niet zo dat ik er uitzie als de Amerikaanse Hollywood typecast die men van mij door de jaren heen gemaakt heeft.
Ik lijk niet op James Cazievel van The Passion (slechte film trouwens) of Ted Neeley van Jesus Christ Superstar (kon ik mij beter in vinden).
Ook heb ik niet de goud gelokte Italiaanse trekken die te zien zijn op de schilderijen van Da Vinci.
Eigenlijk lijk ik meer op Abdel, die schoonmaker die u dagelijks over het hoofd ziet op Leiden Centraal.
Het spijt me, wat al die portretten en kruisbeelden u ook doen geloven, ik ben een allochtoon.
.........................
Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'

zondag 1 april 2012

Technology Related Anger

Verdwaasd keek hij naar zijn scherm.
‘fatale fout in sectie 256, sluit alle programma’s af’.
Gdvrr!! Hoe lang was hij nou al bezig met de installatie van zijn nieuwe PC?
Een avond? Twee avonden? Drie avonden? Een week? Twee? Drie?
Hij was de tel kwijt. Het was 02.00 uur, zaterdagmorgen.
Hij bedacht opeens dat zijn vrouw dit keer naar bed gegaan was zonder nog even naar de zolder te komen om te vragen ‘of ie nou niet eens een keer achter die computer vandaan kwam’. Blijkbaar had ze de niet te winnen strijd opgegeven.
Tegen een maîtresse valt te vechten, niet tegen een ASUS Essentio CG8250-NLCH21.
Sinds een maand stond de PC op zijn speciaal daarvoor ingerichte zolderkamer. Een geweldig initiatief van zijn werkgever, een PC-privéproject in het kader van 'Het Nieuwe Werken'.
Wat er zo'n beetje op neerkwam dat hij nu een aantal vierkante meters thuis had opgeofferd voor een werkplek en hij zelf de werkplekkosten mocht dragen: schoonmaak, inrichting, catering. Naast de 30 uur die hij al op de zaak draaide zat hij nu ook thuis zo’n 30 uur per week achter de PC.
Op de PC had hij zich trouwens verkeken.
In de gesprekken met z’n vrouw had hij bezworen dat .............

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'

zondag 25 maart 2012

Liegbeestjes...

Gisteravond belde mijn zoon op.
Vroeg zich af welke Koninginnedag dat ook al weer was dat hij z'n Opa verkocht had op de vrijmarkt. Nou ja, de urn met Opa als inhoud dan.
Dit naar aanleiding van mijn blog van vorige week.
Moest glimlachen en hem teleurstellen, of was het geruststellen?
'Je Opa ligt al jaren naast het haagbeukje achter de St.Petrus: begraven, nooit gecremeerd'.
Hij wist het niet meer en was in de volle overtuiging dat wat zijn vader geschreven had wel de waarheid zou zijn.

Dat was dus niet zo.
Ik had een beetje gejokkebrokt, de waarheid licht geweld aangedaan om een wat andere, meer bijzondere werkelijkheid te scheppen.
Mijn fantasie er op los gelaten als je het positief benaderd.
Gelogen, zo u wilt, als je het negatief benaderd.
Hij moest er wel om lachen, heb z'n kinderziel niet benadeeld. Hij kent zijn vader.
Hij was niet in mij teleurgesteld.
Maar u?
Ik heb vorige week meer reacties gekregen. Men zou het hoofddeksel lichten, rijdend op de provinciale weg bij hectometerpaaltje 133,7 in nagedachtenis van de uitgestrooide.
Er is geen hectometerpaaltje 133,7.
Wel een provinciale weg, maar al wat daar wordt uitgestrooid is zout, 's winters.
Als dat al niet waar is, wat is dan nog wel waarheid van wat ik u wekelijks voorschotel?
Komt alles uit de dikke digitale duim? Wat is waarheid en wat is leugen?
Moet u niet willen weten.
Vroeger vond ik het de mooiste boeken: sprookjesboeken. U wellicht ook, maar we wisten toch dat het geen werkelijkheid was? Maar we wilden er wel graag in geloven. Sprookjes zijn ook een soort leugens.

We groeien er mee op.
Liegbeestjes.
Sinterklaas, een liegbeest in stand gehouden door een heel volwassen populatie van liegbeestjes. Een Heilig Liegbeest zelfs.
En we horen dat naar de tandarts gaan wel mee valt,
schelden geen zeer doet,
vriendschap voor eeuwig is
en je ouders altijd bij je blijven.
............................
Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'

zondag 18 maart 2012

HectometerPa 133,7

Mijn vader was tuinder.
Narcissenteler. Een man van het land.
Maar Pa wilde niet begraven worden.
'Bollen horen in de grond jongen. En aaltjes en veenmollen. Geen mensen'.
'Wat wil je dan Pa?'
En glimlach kwam rond zijn mond.
'Ver as me maar'.

Een man van woordgrapjes.
En aldus geschiede.
'Alstublieft', zei de man van het crematorium en overhandigde een fraai geel gevlamde urn. Narcissengeel.
En dan?
Je vader achterlaten in een soort van metershoge vitrine op de begraafplaats? Het was wel een man die graag bij het raam zat op zijn vrije zondag, maar het is nooit een man geweest voor een flat.
Wij bedachten dat het wel aardig zou zijn om hem bij toerbeurt in huis te nemen.
Een jaartje per kind en dan wisselen.
Was hij toch voorlopig zeven jaar onder de pannen.
En zo kwam hij nog eens ergens. Hij heeft na zijn dood meer door Nederland gereisd dan in zijn leven. Vakanties vond hij onzin: 'als je werkt heb je vakantie nodig, ik werk niet, ik heb een hobby'.

Je hoort mensen wel eens zeggen: 'Neem nooit je ouders in huis, geeft gedoe'. Ik durf dat te weerspreken. Wij hebben nooit problemen gehad.
Het is een kwestie van het juiste moment kiezen.
Hoewel, nooit problemen.
Ik herinner mij de Koninginnedag in het jaar dat wij Pa te gast hadden.
Hij stond op zijn gebruikelijke plekje in de vensterbank waar hij de eerste ochtendzon zou pakken.
Toen ik die ochtend naar beneden kwam bespeurde ik al snel een onvolkomenheid in de woonkamer.
Er miste iets.
De urn.
Pa.
'Schat waar is Pa?' 'Geen idee. Staat 'ie niet op zijn plek dan?' Soms verbaas ik mij over de scherpzinnigheid van de reacties van mijn geliefde.
'Misschien weten de kinderen meer?'
'Waar zijn ze, ik heb ze de hele ochtend al niet gezien'.
'Het is Koninginnedag hè, die zijn al vroeg vertrokken naar de rommelmarkt'.
De schrik sloeg mij om het hart.
Ik kreeg een visioen waarin ik de geel gevlamde urn zag staan op een oud tafelkleed, te midden van oude Suskes en Wiskes en overtollig speelgoed.
Op het plein aangekomen, bleek ik ongelijk te hebben.
De urn was al weg, verkocht. Mijn vader was postuum slachtoffer geworden van mensenhandel!
De kinderen die wij, achteraf onjuist, nooit op de hoogte hadden gesteld van de inhoud van de bijzondere vaas waren zich van geen kwaad bewust.
'Maar de vaas was toch kapot pap'.
'Kapot? Hoezo kapot?' Opnieuw had ik een visioen waarin kleine kinderhandjes de urn iets te onhandig vasthielden waarop deze op het vrolijke tafelkleedje uiteen barstte. Pa in een fris lentebriesje deelgenoot makend van het Oranjefestijn, meegedragen op de klanken van de plaatselijke fanfare.
Naast de kinderen stond iemand pannenkoeken te bakken.
Ik dorst niet te denken aan de topping die er nu mogelijk op lag.
Pa hield van pannenkoeken.
'Ja, kapot. Je kon er niet eens bloemen inzetten!'.
Oh, heerlijke kinderlogica.
Na een wat geagiteerde ondervraging bleken ze Pa voor 2 euro verkocht te hebben aan een  klasgenootje. Zoontje van de lokale bankdirecteur.
Ik had hem al snel in het vizier en verzocht hem de urn terug te geven. 'Nee, eerlijk gekocht'.
Ik bood hem het dubbele. Hij was onverbiddelijk. Ik besloot te vertellen wat de bijzondere inhoud was, hopende dat hem dit met afgrijzen zou vervullen en de overdracht vereenvoudigen.
Had ik niet moeten doen. Het blijft de zoon van een bankdirecteur. Hij begreep het principe van vraag en aanbod: erg weinig aanbod (1 Pa) en een bijzonder dringende vraag. Voor 25 euro mocht ik Pa weer mee naar huis nemen.

Uiteindelijk heeft Pa anderhalf keer het rondje gemaakt bij zijn kinderen. Toen was het wel een beetje op. 'Ja kijk', sprak een van hen, 'we hebben net de binnenboel opnieuw geschilderd, en nu vloekt Pa bij het interieur'.
Bijzonder, Pa vloekte nooit binnenshuis.
Het was duidelijk.
Het ging ook niet zozeer meer om die as.
Wij, zijn kinderen waren met de jaren ouder geworden en daarmee ook meer onze ouders geworden.  Pa zat al lang niet meer in die urn.
Hij zat in ons.

'Zullen we hem dan maar verstrooien?'
Zou wel iets nieuws zijn, hij was eigenlijk nooit verstrooid, behalve dan wellicht in zijn laatste levensjaar als de tijd sowieso de neiging heeft om bij de oudere medemens achteruit te gaan lopen.
Wij hadden juist Pa voor de tweede ronde over de vloer toen dit besluit viel. 'Weet je wat, zoek jij maar een mooi stekje'.
En zo kwam het dat ik op een mooie lentedag de auto de parkeerplaats opreed langs de provinciale weg. Midden in het Groene Hart, in de verte lag zijn oude tuinderij.
Hier zou ik hem uitstrooien. In zijn natuur.
Ik probeerde de dop eraf te draaien. Lukte niet, zat muurvast.
Waarschijnlijk een foutje van de begrafenisondernemer: as er te heet in, afgekoeld en vacuüm gezogen. Dan krijg je dat.
Wat ik ook probeerde. Pa had geen zin de deur te openen. Na enige geknoei met de autosleutel mocht ik constateren dat het een verstandige keuze was een reservesleutel achter de zonneklep te hebben.
In mijn ooghoek zag ik een paaltje. Een hectometerpaaltje.
Een mens moet toch wat.
Voorzichtig tikte ik met de deksel op de rand van het paaltje. Geen beweging.
Iets harder dan. De urn bleek van uitstekende kwaliteit.
Met het zweet op de bovenlip haalde ik nog een keer stevig uit.
Gekraak, maar niet de halsstarrige deksel.
De bodem viel er uit en op een plotselinge vrolijke windvlaag verliet Pa zijn claustrofobische onderkomen.
En ging de verkeerde kant op.
Ik had niet goed op de wind gelet waardoor een deel van de as zich  hechtte aan mijn overjas en een ander deel de provinciale weg over waaide.
Net voor een Poolse vrachtwagen langs.
Zal je toch gebeuren.
Postuum overreden worden door een zestonner.
Ik ontdeed mij van mijn jas en klopte mijn vader uit, zwaaide hem uit, mijn jas een reuzenzakdoek.
En zag hem in een fijne grijze mist met de wind spelen.

Ik rijd er nog wel eens langs.
Deze week nog, het is nu voorjaar.
Heel bijzonder, vanaf hectometerpaal 133,7 tot ver in het weiland zie je hier en daar een verdwaalde narcis bloeien.

Alsof ze daar door de wind zijn uitgestrooid.


zondag 11 maart 2012

Tuinvertier...

Je houdt het niet tegen hè.
Lentekriebels. Tuinkriebels. De ernstige behoefte om alles weer open te gooien en bezit te nemen van het domein achter het huis. De winter heeft lang genoeg geduurd.
Ik wil kleur! Ik wil geur! Ik wil leven! Ik wil.......naar het tuincentrum.


Ik niet alleen blijkbaar, zo ongeveer half Nederland heeft zich met vrouw en kinderen in de auto gehesen om de plaatselijke groenboulevard te bezoeken.
Geen parkeerplek te bekennen. Rondjes rijdend op het terrein zie ik een wat onbeschaafde ruzie waarbij twee mensen elkaar om de oren slaan met zakken potgrond.
Ah...lente. Het doet mooie dingen met de mensen.
Een uur later mogen we achter de meute aanschuiven: naar binnen.
Of het gratis is. Vandaag is er geen crisis, in ieder geval niet in deze branche.
Het is nog vroeg in het voorjaar, het enige wat volop te koop is zijn violen en primula's. Stellingen vol, paden lang. Violen zo ver het oog reikt.
Mijn vrouw is gek op violen, en primula's.
En op afrikaantjes trouwens.
Maar daar is het nog te vroeg voor.
Zie dat wel eens voor me: onze waterstofperoxide politicus die met z'n vrouw door het tuincentrum loopt, de lente in het hoofd.
De man heeft toch vast ook een achtertuintje.
En blij kijkend naar huis gaat met bakken afrikaantjes. Allemaal afrikaantjes op de achterbank van de auto en daarna op zijn bordes. Oranje afrikaantjes, dat wel.
En dan hoor ik hem denken...'t is toch maar eenjarig.
Wij beperken ons deze eerste koopronde (er zullen er vast meer volgen) tot enkele bakken primula's en violen en wat vaste planten om het overleden groen te vervangen. In mijn blikveld zie ik nog wel een prachtige brem, de laatste.
Ik ben niet de enige, een in imitatiebont gehulde dame met roze haar ramt haar kar voor de mijne en graait de laatste brem voor mijn neus weg. Een triomfantelijke blik in haar ogen.
Ik ben teveel gentleman om met deze reuzenbever in discussie te gaan en .................

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'

zondag 4 maart 2012

Wachten op Oz


Mijn oudste dochter is teruggekeerd uit Tanzania.
Ruim drieënhalve maand was ze daar, werkend in een kindertehuis annex school.
Lange, eindeloos lijkende maanden die voorbijvlogen.
Tijd lijkt zo lang, maar is zo kort.
Tijd krimpt terwijl ze voorbij gaat: wat zich mijlenver uitstrekte voor ons, ligt als een korte schaduw achter ons.
De laatste dag van haar verblijf werd nog verlengd door een staking op Frankfurt. Zes uur extra wachten, voor ons op Frankfurt, voor haar in Addis Ababa.
We wachten wat af in ons leven.

Voordat het leven begint zelfs. Negen maanden.
Wijzelf en zij die we 'ouders' gaan noemen starten ieder nieuw leven met wachten.
En daarna houdt het nooit meer op.
Dat eerste wachten is voor ons misschien nog onbewust, maar het verdere wachten is dat vaak ook.

We wachten op de bus, de trein.
We wachten in de rij van de supermarkt.
We wachten in de wachtkamer (er zijn dus zelfs ruimtes voor).
We wachten op een mailtje, een telefoontje.
We wachten op onze geliefde, die nog nèt niet klaar is voor het avondje uit.
Het kleine wachten. Onontkoombaar.

En er is het grote wachten.
Op de betere baan. De prins op het witte paard. Het mooiere huis. De grote prijs in de Staatsloterij.
Het wachten dat meestal vooraf gegaan wordt door: 'Als ik eenmaal maar.....'
Mensen gevangen in de tredmolen van alledag, uitkijkend naar wat (n)ooit komen zal. Altijd de blik op morgen of daaraan voorbij. Wanneer de liefde er weer zal zijn, het geluk, het geld.
De tevredenheid.
Er zijn zelfs mensen die het leven zelf zien als één lang moment van wachten, wachtend op het leven na de dood. Ze bidden er iedere week voor. 
Want er is leven na de dood, voor hen een zekerheid.  Kwestie van wachten.
En zelfs na die dood liggen zij op duizend dodenakkertjes te wachten op de dag van wederopstanding, al millenia lang.
Het ultieme en onbewuste wachten. Een eeuwig wachten.

Kent u het toneelstuk 'Wachten op Godot' van Samuel Beckett? Een moeilijk te doorgronden stuk waarbij het wachten op zich tot kunst is verheven. Het wachten op iets dat het leven zin geeft, wachten op iets dat verlost. En tot die tijd lijkt het wachten daarop het enige dat zin heeft.

Wachten is altijd verwachten.
Van iets dat niet is.
En dat is jammer.
Want de toekomst 'is' niet. Net zo min als .........................

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'



zondag 26 februari 2012

Niets Nieuws

Wat is nieuws?
Ik heb het mij de afgelopen dagen regelmatig afgevraagd.

Als ik weer beelden zag van een bedroefde moeder die een ziekenhuis inliep, of er uit.
Niets meer dan dat.
Dat was nieuws, wereldnieuws zelfs.

Wat is nieuws?
Het NRC moest een knieval maken vanwege onjuiste en weinig kiese berichtgeving over de gezondheidstoestand van een prins.
Maar toen was het al gedrukt.
Een PowNews verslaggever werd in De Wereld Draait Door gefileerd vanwege zijn bijdrage aan de 'journalistieke' beschadiging van Job Cohen.
Maar toen had Cohen zijn mediastrijd al verloren, vond hij zijn ondergang op het Haagse slagveld. Hij werd met staande ovatie ingehaald bij zijn afscheid op de ledenraadbijeenkomst.
Je hebt geen vijanden nodig met zulke vrienden.

Wat is nieuws?
De wijze waarop luie Grieken hun eigen land om zeep helpen?
Ik kreeg van een vriend een mooi en genuanceerd stuk waardoor ik mijn beeld over 'luie Grieken' ernstig moest bijstellen. Wilt u het lezen? Ik denk het niet.
U raakt er maar van in de war.

Wat is nieuws?
Nieuws is alleen nieuws als het uw waarheid bevestigd.
En wij willen het scherp gedefinieerd, uitgelicht, vergroot en 1-dimensionaal
Je zou verwachten dat in deze tijd van duizend bronnen nieuws 'zuiverder' zou zijn. Inhoudelijk meer juist. Afgewogen en in balans.
Wij consumeren het nieuws vanuit een stille en onterechte aanname dat het ons gebodene
waarheid is. We willen dat niet in twijfel trekken, hebben er de tijd niet voor.
'Waar rook is, is vuur', zeggen we dan.
Broei, zoals in hooibergen,.....dat is rook zonder vuur. Er is geen vuur omdat er geen zuurstof is.
Wij zijn zuurstof, wij maken het vuur.

Wij daveren als een op hol geslagen kudde door het landschap dat nieuws heet, we willen meer, we willen verder. Jagen onszelf op en wee diegene die ons voor de voeten loopt.
Als een zwerm sprinkhanen strijken we dagelijks neer op wat de media ons aanbieden, wij moeten gevoed worden. We zijn hongerig.
Naar zwart en wit. Liefst zwart.
Niet naar de nuance: het fijne grijs van voors- en tegens, van wat onder de oppervlakte ligt.
We vreten wat voor ons staat, zonder enige terughoudendheid.
Wat we achterlaten is een beschadigde wereld.
Maar wie kijkt nog achterom?

En binnen die zwerm twitteren we ons eigen gelijk door aan....

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'

zondag 19 februari 2012

Valentijn 50+

Heren, heeft u het overleefd?
Valentijnsdag?
Ik wel, net aan.
Wat is dat toch met die 14e februari dat grote groepen weerloze mannen weer aan 'damage control' moeten doen om de relatie leefbaar te houden?

Stond een leuk artikeltje in de krant afgelopen dinsdag: vrouwen klagen over gebrek aan romantiek bij hun partner, maar zijn tegelijkertijd zelf ook niet van plan op Valentijnsdag hun wederhelft een cadeau te geven.
'Je bent mijn prins op het witte paard', zeggen ze.
Prins op het witte paard.....Sinterklaas op z'n schimmel zullen ze bedoelen.
Met een zak cadeautjes op z'n rug.

Het was dezelfde dinsdag waarop ik bij het open maken van mijn koffertje een grote Valentijnskaart ontdekte van mijn teerbeminde.
Shit.
Valentijnsdag.
Geheel vergeten.
En zo'n kaart, dat schept verplichtingen. Op het station aangekomen ........................

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'


zondag 12 februari 2012

De Prozac Poes

Moet je toch zien, zo'n poes.
Lekker in de vensterbank. Geen zorgen, genoegzaam snorrend achter glas in de warme winterzon.
Urenlang houdt hij dit vol, onze kat Whisky.
En dan lees je deze week in de krant dat de kat aan de Prozac moet. Antidepressiva.
De arme dieren zijn gestrest.
Je houdt het niet voor mogelijk.

Laten we wel wezen.
Is toch een mooi leven? Als kat.
Twee keer per dag wordt er eten voor je neergezet. Terwijl het huisgezin  's ochtends vroeg de kou in trekt draait meneer zich nog even om.
Drapeert zich boven op het net verlaten dekbed en laat de dag zorgeloos aan zich voorbij gaan.
Zo nu en dan even uitrekken aan de krabpaal, jezelf een beetje wassen en als een volleerd
Zen-meester uren mediteren voor het raam.
Denkend aan niets. Lukt mij nog geen twee minuten.
Ik ben jaloers, zou wel eens een weekje willen ruilen.
Maar ik mag zo de kou weer in.
'Dag Poes, tot vanavond.'

Eikel.
Zit ik hier weer de hele dag een beetje dom uit dat raam te staren. Verveel me de pestpokken.
Ik hoor hem denken: wou dat ik een weekje kat was.
Nou, prima.
Zullen we je dan eerst even 'laten helpen'?
Sinds dat cadeautje is de energie er aardig uit en slobbert mijn buik over de vloer. Blijf er in hangen met m'n eigen achterpoten.
Ik ben geen kat meer.
Ik ben een kangoeroe.
En zij zich maar verbazen waarom die houten vloer zo mooi blijft glimmen.
Zo nu en dan mag ik naar buiten, met een halsband waaraan een belletje hangt. Zie ik in de bush niet gebeuren met neef leeuw. Wat er nog over is aan jachtinstinct wordt gedwarsboomd door dat irritante getingel onder je nek. Als een klokkenluider sluip je door je eigen achtertuin, in geen velden of wegen een vogel te vinden.
Ja, soms een paar, lachend in de dakgoot.
En áls je dan een keer een koolmees pakt (blijkbaar een dove) dan komt hij met een bezem achter je aan en .....................

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'

zondag 5 februari 2012

IJsmerrie

Een stralend zonnetje, wit berijpte bomen tegen een blauwe hemel.
Kan Nederland mooier zijn dan op deze windstille winterse dag?
Het is koud, héél koud.
Schaatskoud.

Vandaag gaat het gebeuren, de schaatsen liggen al klaar.
Hoge noren met van die harde hockeyschaatsschoenen. Gekocht vanwege de zwakke enkels.
Als ik al iets ga breken dan is het in ieder geval boven de schoenrand. Een prettige gedachte.
Ik kleed mij aan, laag over laag, broek over pyjamabroek, sok over sok, jas over trui over vest en schuif als een Michellinmannetje naar de auto.
Uiteraard zit de autosleutel in de onderste laag kleding.
Uiteindelijk aangekomen op de door mij uitgekozen startplek zoek ik de rietkraag op.
Ik bind de schaatsen onder, laat de schoenen achter naast het bankje dat iemand hier heeft neergezet.
Naast al die andere schoenen. Hopen dat ze er straks nog staan.
Bevroren vingers trekken de veters aan en sluiten de clips.
Ik ga staan.
Alsof ik na een operatie en met een dubbele beenprothese voor het eerst naast het ziekenhuisbed mag gaan staan. Maar dan met schaatsen onder.
Ik kijk zelfverzekerd om me heen alsof ik gisteren nog een marathon heb gereden.
De waarheid is dat ik al vier jaar niet meer op die dingen heb gestaan en dat het ook precies zo voelt.
Wat doe ik hier?
Voorzichtig schuif ik het ene ijzer voor het andere en 'steek van wal'.
Dat valt mee, denk ik.
En met al mijn 52 jaren jeugdige overmoed trek ik linker en rechterbeen beurtelings bij en maak de eerste meters.
Het zelfvertrouwen groeit met iedere slag. Ik moet er uit zien als de Koning van het ijs die met zwierige nonchalance opnieuw bezit neemt van zijn domein.
Twee tellen later lig ik voor het eerst vol op mijn kont nadat ik tevergeefs met enige zwaaibewegingen van armen en benen het evenwicht heb trachten te hervinden.
De koning daalt af tot nar als hij nog in het volle zicht van al die vertrekkende schaatsers op handen en voeten zich opnieuw probeert op te richten.
'Botte schaatsen?', roept een links passerende krasse zeventiger met een veels te tevreden grijns op zijn gezicht.
Ik lieg mompelend iets over een takje in het ijs en kom overeind.
Inderdaad, botte schaatsen. Vier jaar geleden wél in het vet gezet maar nooit geslepen.
Ik krabbel terug naar het startpunt waar ik een bordje heb zien staan: 'Schaatsen Slijpen, 10 euro'.
Met dooie vingers peuter ik de veters los en trek met grote moeite de schaatsen van de voeten.
Ben op de verkeerde plek gaan zitten, mijn schoenen staan zo'n 15 meter verderop.
Schaatsen weer aan of op de geitenwollen sokken naar de schoenen toe?
Ik kies de verkeerde optie en kom met natte sokken bij mijn schoenen.
Ik ben niet alleen, bij het kleine schuurtje staan een aantal gelijksoortige stumpers te wachten op een slijpbeurt. Botte schaatsen en botte hersenen. Een soort duo.
Een tientje lichter maar met scherpe ijzers kruip ik een half uur later weer het ijs op. Kijk, dat scheelt.
Scherp snij ik het ijs aan en na enkele minuten lijk ik verdorie de slag te pakken te hebben.
Hoewel, dat voelt vooral voor mij zo.
Ik begrijp niet waarom ik links en rechts wordt ingehaald door driejarige peuters op hoge noren die met een diepe zit en de handjes op de rug net doen alsof schaatsen niet moeilijk is.
Ik probeer het ook. Eerst één hand op de rug. Dan twee. Iets dieper zitten. Mooie lange slagen, een paar in ieder geval. Opnieuw zit ik op het ijs. Ik kijk alsof deze wijze van afwisselend schaatsen en vallen véél leuker is dan gewoon overeind blijven.
De afstand tot het vertrekpunt wordt groter, meters worden tientallen-, honderden- en uiteindelijk kilometers. De pijn in kuit- en scheenbeen is langzamerhand vertrokken. Ik heb geen enkele last van mijn voeten, geen centje pijn.
Sterker nog. Ik voel ze helemaal niet meer. Een gelukzalig afsterven schijnt zich ingezet te hebben tussen knie en voet.
Vallen doe ik nu een stuk minder, niet meer dan drie keer per kilometer. Dan maar een half opgerichte vijftiger met oncontroleerbare spasmen in zijn armen die schaatst alsof hij zojuist een bezemsteel in zijn reet heeft gestoken.
De wetenschap dat iedere meter die ik afleg eenzelfde meter de ander kant op betekent, besluit ik bij de koek en zopietent te rusten en dan terug te keren.
'Lekkere snert meneer, kun je je lepel rechtop inzetten'. Ik besluit een kom te nemen.
Dat de lepel blijft staan klopt. De snert is koud. Nadat ik er een wak in heb gehakt warm ik het lepel voor lepel op in mijn mond.
Waarom is de route terug altijd twee keer zo lang? Waarom heb je terug altijd tegenwind? Ik heb het gevoel dat ik achteruitschaats. Maar weer schieten peuters mij links en rechts voorbij.
De terugtocht duurt eindeloos. Mijn ogen bevriezen. Zag ik daar twee ijsberen?
Ik moet plassen.
Ernstig plassen.
Vanochtend werd ik overweldigd door de natuur om mij heen, nu weer. Nu roept mijn eigen natuur, brult zelfs. Dit ga ik niet volhouden tot thuis.
Ik schuif een rietkraag in, doe mijn wanten uit en pel mijzelf met dooie vingers laag na laag af als een ui om er achter te komen dat er helemaal niets meer is om mee te plassen.
Alles wat mij man maakt is vertrokken naar een warmer oord.  Mijn trekvogeltje is de kou ontvlucht en heeft zich hoog en warm teruggetrokken tussen alvleesklier en lever. Een koalabeertje in winterslaap, achter in de grot.
De druk bouwt zich op maar nog altijd is de kraan niet te vinden.
Kun je het uitzweten? Ik krijg het Spaans benauwd. Ik sta op exploderen.
Ieder ogenblik kan de stilte in deze wit-berijpte rietkraag worden verscheurd door een daverende klap waarmee ik mijzelf opblaas. Reigers en meerkoeten zoeken een veilig heenkomen.
Mijn schaatstocht eindigt hier. Tranen staan in mijn ogen. Of staat mijn water al zó hoog?

Ik word onrustig wakker.
Woelend met het dekbed.
Ik moet er uit, plassen, hoge nood.
Slechts een boze droom.
Na het bezoek aan de badkamer schuif ik terug in bed.
Naast mij is iemand half wakker. 'Ik dacht dat je er uit ging om te schaatsen?''

Ik dacht het niet.

zondag 29 januari 2012

Verloren raken in de branding...

Heeft niets met de zee te maken.
Branding.
Gaat hier over 'personal branding', maar ook over het tegenovergestelde.
Enige tijd terug was ik op een bijeenkomst waar gesproken werd over 'personal branding': jezelf zien als merk en dat merk, net als Douwe Egberts en Philips, op de markt zetten.
Naamsbekendheid, maar dan een beetje meer.

Weten, als je de merknaam hoort, wat voor vlees je in de kuip hebt. Welke kwaliteit (of het tegenovergestelde) je voor ogen hebt.
Als u Rover en Rolls Royce, Rouvoet en Rutte in gedachten neemt snapt u mijn inleiding.
De vraag was: deden wij in de zaal aan 'personal branding'?
Nog erger: deden wij dit bewust?
Of we de vingers op wilden steken.
Allemaal vieze gezichten. Personal branding. Zó on-nederlands.
Je gaat toch niet met jezelf te koop lopen zeg?!
Niet in Nederland, waar het maaiveld is uitgevonden.
Ik heb voorzichtig mijn vinger opgestoken.
Twee keer, bij beide vragen, heel voorzichtig.
Met mij waren er nog enkelen. Wachtend op het moment dat de zeis het maaiveld weer glad zou halen.
De rest van de bijeenkomst verliep toch een beetje in de sfeer van; 'wat moeten we met die Amerikaanse flauwekul. Branding..... Goed voor een pot pindakaas, maar niet voor mensen'.

Maar gooi nou even die term opzij en alle negatieve lading die daarbij hoort.
Ik weet niet hoe het met u is,
maar ik wil gekend worden.
Niet be-kend maar ge-kend.
Is dat zo raar? Is dat niet een heel diep-menselijke behoefte?
Omdat gekend worden de voorwaarde is voor begrepen worden. Nog zo'n behoefte.
Onbekend maakt onbemind.

Ik ga jaarlijks met studenten op een meerdaagse training die ze helpt te ontdekken waar hun kwaliteiten liggen en welke mooie dingen, maar ook minder mooie dingen anderen in hun zien.
Een fantastische ervaring.
De gekoesterde en o zo veilige façade die ze voor zichzelf hebben opgebouwd.
Van huis uit meegekregen.
Doe maar gewoon, doe je gek genoeg.
Niet het achterste van je tong laten zien.
Je moet jezelf niet weggeven...................

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'

zondag 22 januari 2012

Voor Anna...

Vanochtend vroeg meldde mijn dochter vanuit een internetcafé in Tanzania dat Anna was overleden.
Zij werkt in Arusha in een weeshuis annex basisschool.
In klein arial verscheen haar overlijdensberichtje letter voor letter op mijn beeldscherm.
Ik ken Anna niet, u ook niet.

Het fotootje hiernaast is niet van Anna. Het is zomaar een foto, geplukt van internet.
Wij kennen Anna's gezicht niet.
Anna heeft vele gezichten.
En ook geen gezicht.
Zij leeft buiten onze belevingswereld. We kennen onze kinderen, onze nichtjes en neefjes, de kinderen van de buren. Kinderen met een gezicht dat op ieder moment is op te roepen in onze gedachten.
Anna's gezicht kennen we niet.

Vandaag heb ik Anna leren kennen.
Zij is zestien jaar oud geworden en leefde en woonde in Kikatiti, in een kindertehuis.
Anna was wees. Ze had HIV, het enige dat haar door haar te vroeg gestorven ouders was nagelaten. Zoals bij zovelen. Haar enige familielid een opa.
Ze kreeg vorige week hersenvliesontsteking en haar gebrekkige weerstand door de HIV-infectie maakte  het al bij voorbaat een verloren strijd.
Een kind van 16.
Ver achter de startlijn neergezet in onze wereld. Beginnend aan een ongelijke wedstrijd.
Raar eigenlijk.
Wie niets heeft in deze wereld, mag meestal ook niets verwachten.
Wie alles heeft, alles.
Een wrange en onwerkelijke werkelijkheid.

Dinsdag wordt zij begraven. In het bijzijn van haar opa die afscheid neemt van de tweede generatie na hem. Een omgekeerde wereld.
Vandaag sta ik even stil bij Anna en haar honderdduizend zusters.
Anna die vandaag gezichtsloos, als een schaduw, mijn wereld is ingeschoven.
En daar een plaatsje vraagt. Zonder te vragen. Ze heeft nooit iets gevraagd,
maar misschien heb ik haar nooit gehoord.

Vandaag leest u mijn blog
en met u, ook anderen.
Staan zo'n 100 mensen even stil bij haar dood.
Meer aandacht dan zij in haar leven heeft gekend.
Vandaag geef ik haar een plek, een eigen verhaal in digitaal marmer ge-etst.
Zodat ik haar niet vergeet.
Want ik vergeet zo snel, zo veel.
Vandaag heeft ze een gezicht.

Dinsdag wordt zij begraven.
Dinsdag sta ik op en kijk het nieuws.
Staat de koers van de Euro op 1,28 of 1,29? Weten we al iets meer over de hypotheekrente? Wordt het Bleeker of Hirsch Ballin?
Dinsdag sta ik te lang te wachten op mijn bus. Is mijn trein te overvol.

Maar dinsdag denk ik ook even aan Anna.
En ik zou willen.....
Ik zou zo graag willen.......



zondag 15 januari 2012

Rookmeldermisère

Een mens kan teveel van iets hebben.
Overdaad schaadt.
Het betere is soms de vijand van het goede.
Dat geldt voor veel dingen, ook voor rookmelders.

Ik heb een vervelende tic (nog een? Ja, nog een).
Een van mijn aandachtsgebieden als docent aan de Hbo Facility Management is het vakgebied Risicomanagement.
Een mooi vakgebied wat in onze roerige tijden helaas alleen maar belangrijker wordt.
En als je je al meer dan vijftien jaar bezig houdt met dat vakgebied dan ga je anders kijken naar de omgeving.
Waar u niets vermoedend en vrolijk door uw kantoren loopt, evenementen bezoekt, winkelt of vakantie viert, zie ik risico's. Een soms vervelende beroepsdeformatie.
En risico's wil je vermijden. Ook thuis.
Het grootste risico thuis is nog altijd het brandrisico. En dan is niet de brand zelf de grootste boosdoener, maar de rook.
Dus koop je rookmelders.
Maar ik heb dus die tic. Ik probeer risico's zoveel mogelijk uit te sluiten.
De eerste rookmelder hangt in huis. Niet te dicht bij .........

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'

zaterdag 7 januari 2012

Over voornemens en beste wensen.....

Zo, de eerste week zit er weer op.
En hoe gaat het met u?
Heeft de smaak van een goede Merlot het alweer gewonnen van het voornemen het qua alcohol toch wat rustiger aan te gaan doen? Is uw wens om zonder voorover te buigen de cijfers op de weegschaal te zien direct onderuit gehaald door de koelkast met de restjes van vorig jaar?
Want weggooien is ook zo wat hè?
Direct geblesseerd geraakt op uw eerste buitenactiviteit op de nieuw aangeschafte Nikes?
Tuurlijk niet.
U bent een volhouder.

Ik ben er ook vol ingegaan. Heb vorige week het zwembad teruggevonden in ons dorp. Was er vijftien jaar niet geweest. Lag er nog steeds. Een uur gezwommen, baantjes getrokken.
Tamelijk domme bezigheid, een soort filezwemmen.
Waarbij het mij weer hoogst heeft verbaasd dat mensen een uur lang naast elkaar, in mijn baan en voor mijn neus, tergend langzaam vooruitkomen en meer calorieën verbranden met continue geklets dan met zwemmen zelf.
En ook nog een fitnesspas gekocht, jawel. En ben afgelopen week al twee keer geweest.
Trekken aan allerlei apparaten en ondertussen naar de reclame van McDonalds kijken op de flatscreens die overal hangen. Er werd meer gekwijld dan gezweten.
Da's al drie keer sporten in een week. Als dat maar goed gaat.
Na het zwemmen zat mijn oor een dag dicht en mijn armen kunnen nu niet meer recht langs mijn lichaam hangen. Spierkramp. Alles went.
..................

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'