zondag 20 november 2011

Zij die spelen gaan groeten u!

Ze komen er weer aan.
Of zijn er al.
Spelletjesavonden.
Nu het buiten guur en donker wordt en de feestdagen naderen, hebben Nederlanders er de behoefte aan om 'gezellig' spelletjes te gaan doen.

De TV gaat een keer op zwart en de gehele familieschare schuift aan tafel, bordspel uitgestald en daar gaan we.
Welk een warme en saamhorige feestvreugde ziet de verwaaide passant met het nog verwaaidere hondje door de immer geopende gordijnen van het Hollandse rijtjeshuis.
Ammehoela.
En denk nou niet dat ik niet van spelletjes hou.
Ik ben gek op spelletjes: Monoply, RISK, Mens Erger Je Niet, Stratego, Kolonisten...ik stort me er in volle overgave op.
En daar zit hem nou juist het probleem.
Kijk, je hebt twee soorten spelers.
Je hebt het soort dat spelletjes speelt voor de gezelligheid, die de harmonie koesteren, die ook tijdens het spelen continue de Negende van Beethoven in hun bovenkamer horen:  'Ode aan die Freude',  u kent het deuntje wel: 'Alle mensen weren brüder' (waarmee direct kan worden vastgesteld dat Beethoven en Schiller nooit gemonopolied hebben).
Het is het soort van gesopte speculaasjes en knusserigheid. Die elkaar wat geld toeschuiven als iemand al te vroeg in het spel er uit dreigt te vallen: 'Ah, da's zielig, we spelen net zo lekker, hier, neem maar wat van mij'.
Dan heb je ook het andere soort. Het soort dat met het mes op tafel speelt. De dood of de gladiolen. Winnen of anders strijdend ten onder gaan, met opgeheven hoofd, zonder genade te geven noch te verwachten.
Net als de gladiatoren die in het oude Rome dat grote spelbord betraden, de arena en aldaar Ceasar begroette: 'Morituri te salutant!', zij die sterven gaan groeten u.
Zij wisten dat slechts één de ring zou verlaten na het spel.
Het zijn de spelers die rucksichtloos de ander afserveren, al was het na de eerste vijf minuten.
Mooi, dat scheelt er weer een. Want uiteindelijk gaat het om één ding.
Winnen.
Beide soorten scheppen groot behagen in het spelen van spelletjes. Helemaal goed.
Maar zet ze nooit bij elkaar aan tafel.
Als u weet dat uw gezin of vriendengroep beide soorten in zich herbergt: verstop uw spellen deze wintermaanden. Naar zolder, een verre en donkere nis achter de verwarmingsketel.
Ik ben er van overtuigd dat in de aanloop naar het vredige kerstfeest de harmonie in menig huis hiermee gebaat zou zijn.
Kijk, ikzelf behoor tot de tweede soort.
Kom uit een heel nest dat behoort tot het tweede soort. En in het vroegere ouderlijk huis werd er gemonopolied of geriskt tot het knetterde. Na enkele jaren moest het kartonnen spelbord al worden vervangen omdat het opbobbelde van het sputum van fulminerende spelers.
Er werd gevochten om ieder staatje op de wereldkaart, iedere straat bij Monpoly, niets werd de ander gegund. Wat was er mooier dan als bezitter van Kalver- en Leidsestraat, Coolsingel, Hoflplein en Blaak, de stumper met alleen Dorpstraat  en Brink (beiden 60 gulden) op de knieën te dwingen? Zijn schamele bezittingen voor de helft van de waarde over te nemen.
O Victorie, uw naam is zoet.
En wij droegen ons verlies waardig. Vehtend tot ons laatste leger van het bord verwijderd was, het laatste station op hypotkeek gedraaid.
Wij likten onze wonden en wachtte op een herkansing. Een slag verloren, maar niet de oorlog.......

Mijn vrouw en kinderen behoren tot het eerste soort.
Allen houden wij van spelletjes.
Maar dat loopt dan toch anders.
En als je dan je dochter van tien na een half uurtje spelen van het bord jaagt, zonder pardon, zonder clementie, zonder uitstel van betaling.
Dan wordt je als speler van het tweede soort toch niet altijd begrepen.
Dan kijken de ogen van de moederleeuwin en haar welpjes opeens heel anders naar die grote boze, lelijke pappaleeuw.
Wat doet 'ie nu?
Pappa speelt.
En even frequent werd dan een pact gevormd en werd door het verschuiven van middelen, het aan elkaar lenen en het vooral lief zijn voor elkaar binnen dat pact, getracht die onaardige meneer aan tafel te verslaan.
Hetgeen slechts zelden lukte.
'Jij wint altijd. Dat is niet leuk'.
Ik weet het, maar ik kan niet spelen om niet te winnen. Ik kan het niet.
Zit niet in het DNA.

Ieder jaar zo rond Sinterklaas zien we weer leuke spellen op TV.
Oh, die is leuk! Zullen we die kopen?
En dat doen we dan. Triviant, Mahjong, Ik Hou van Holland, Carrièrre, Levensweg, ieder jaar wel een.
Wij hebben een hele grote kast met spelletjes.
Omdat we zo van spelletjes houden.
Kan zo een dependance van Intertoys beginnen.
Meestal spelen we het nieuw aangeschafte spel dan één keer en daarna weten we weer waarom dat spel van vorig jaar er ook nog zo nieuw uitziet.
En verdwijnt ook dit spel in de kast.
Kunt u in de winkel uw favoriete spel niet vinden? Bel me.
Gegarandeerd zo goed als nieuw.

Weet u wat het is?
Het is compensatiegedrag.
Zo hard en onverbiddelijk als ik in het spel ben.
Zo'n halvezachte ben ik in het echte leven.
Een 'pleaser'.
Gaat het me niet meer om het winnen, mag een ander doen. Ik help wel. Schuif wel wat toe. Wat jou gelukkig maakt.
Maar die balans moet toch weer in evenwicht worden gebracht. Ying en Yang.
Je kunt onverbiddelijk vechten in het leven, om te winnen.
Je kunt in harmonie een prettig spelletje spelen op het bord, gewoon om het spel.
Ik doe het liever andersom. Verruil graag die twee speelvelden.
Thuis hebben ze die ouwe leeuw ondertussen wel vergeven.
Ze kennen hem. Aard van het beestje.

Straks December.
Spelletjesavonden.
Vrede op aarde. Zou mooi zijn toch?
Graag.
Maar niet op het spelbord....Mortituri te Salutant!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten