zondag 6 november 2011

Interieurterreur...

Weet u wat het nadeel is van het najaar?
Woonprogramma’s op TV.
Eigen Huis en Tuin, RTL Woonmagazine, De Grote Verbouwing. Krabbé staat op straat. Het zijn er zeventien!
Kent u ze?
Ik haat ze….
Van die programma’s  waar mensen met weinig smaak hun interieur nog verder laten verknoeien door ‘interieurspecialisten’ en destructieve etaleurs.
U herkent ze al aan het begin van het programma: colbertje en sjaaltje in vloekende kleuren en een foute kapper.
Ze laten zich volledig gaan in de woonkamer van de slachtoffers. Logisch, u denkt toch niet echt dat ze daar thuis de kans voor krijgen?

Zo'n TatooThomas van Eigen Huis & Tuin: dames zitten met natte hertenogen op de bank als hij zijn powerdrill ter hand neemt. Met dromen in het hoofd die niets met kruisschroevendraaiers of MDF te maken hebben.
En waarvoor? Dachten zij hem te kunnen verleiden richting de boxspring in de slaapkamer?

Waarop zij dan te midden van nonchalant gedrapeerde kledingstukken uitdrukkelijk niet aan doe-het zelven liggen te denken?
Een ijdele en trieste illusie.
Hij timmert gewoon een kledingkast. Zo is 'ie afgesteld.


Maar mijn vrouw smult van die programma's, die 'binnenhuismetamorfoses'.
Er is nu weer een nieuwe: ‘Krabbé staat op straat’.
Vooral laten staan zou ik zeggen.
Vorige week voor het eerst gekeken. Nooit moeten doen.
Gaandeweg de uitzending zag ik haar ogen al weer schichtig door het eigen interieur schieten. En dan weet ik: het is weer zover…
De kat en ik kijken elkaar aan. Ook hij voelt het. Er hangt iets in de lucht.
Hij slaat een poot over de ogen. Sluit zich af voor het onvermijdelijke.
De held.
Meestal voltrekt het drama zich de volgende dag.
Kom ik ’s avonds thuis.
Ken ik mijn woonkamer niet meer terug.
Meubels zijn verplaatst, kastjes verdwenen.
Het kan nog erger.
Als zo’n programma op vrijdagavond wordt uitgezonden.
Dan weet ik dat het een verloren weekend is. Mag ik zaterdag de meubels zelf versjouwen. Of de discussie aangaan. Meestal doe ik dan het eerste maar.
En dat versjouwen van die meubels is niet zo erg.
Een mens kan er tenslotte aan wennen om in de nieuwe setting zo ongeveer achterstevoren TV te kijken.
Maar er zitten nu eenmaal een aantal dingen nagelvast aan de muur.

Nou ja, nagelvast…
Daar denkt mijn vrouw dan weer heel anders over.
Want die schilderijen, lampen, cd-rekken en wat er nog meer aan de muur of het plafond hangt. Dat  hangt bij u thuis natuurlijk in mooie harmonie met de plaatsing van het meubilair.
Bij mij ook. 
Daar denk je goed over na.
Maar als je al het meubilair gaat lopen versjouwen….
Dus gaan de schilderijen van de kant. De lampen er af.
Zit je overal met spijkers en schroefgaten.
En denk nou niet dat je die opnieuw kunt gebruiken want de meubels weet men precies zo te plaatsen dat niets meer kan hangen waar het hing.
“Trek je toch die spijkers er uit”.
Ja...…meestal met een stuk pleisterwerk zodat je óók weet wat je het weekend na dit weekend mag gaan doen.

Sinds een aantal jaren heb ik behang in de ban gedaan. Zag je na drie jaar door de kleurverschillen op het behang precies waar alles gehangen had.
Dan maar muurverf met een korreltje. Zijn de gaatjes makkelijker te vullen en bij te schilderen.
“En in welke kleur wil mijnheer zijn muren gaan verven?”  Ik hoor het de man bij de Karwei nog vragen.

"Nou, meneer wilde eigenlijk helemaal niets verven, maar doe maar plamuurkleur”.
En dan moeten die schilderijtjes teruggehangen worden hé.
Dus mag ik de schilderijtjes en fotolijstjes eerst overal tegen de muur aanhouden om te bepalen waar ze moeten komen. Ik ken iedere centimeter van onze muren.
"Iets meer naar links, naar boven, nee, da's te veel. Tikje naar rechts nog".
En die lijstjes komen in setjes van drie, dus probeer je met twee handen drie lijstjes tegen de muur te houden.
En dat gaat niet.
"Hang die een aan dat spijkertje en dat zet je die twee er even boven op. Even voor het gezicht. Dat houdt wel".
Dat houdt niet en even later veeg ik de restanten van het glaswerk op en moeten er twee lijstjes gelijmd worden.
En dan alle losse attributen, kleinmeubilair, potten, vazen, prullaria die opeens moeten verdwijnen omdat het niet in de 'styling' past. Omdat we nu in de ‘groene accenten’ zitten, of in de ‘cementen engelenfase’ , de ‘whitewashperiode' of het 'craquelé glaswerk'.  
Ik heb een warme relatie met de kringloopwinkel. Ze hebben me zelfs een eigen parkeerplaats aangeboden, wat dichter bij de ingang.
“Gisteren Krabbé weer op TV geweest?” begroet de eigenaar mij.
En daar zijn we dan zo de zaterdag zoet mee.

Want op zondag wordt de plaatselijke Intratuin bezocht voor een nieuwe lading meuk in de juiste kleurstelling.
Ook daar heb ik een eigen parkeerplek.

Ik draag mijn leed in stilte. Versjouw, verschuif, verhang.
Boor, plamuur en verf.
In de wetenschap dat het weer lente zal worden en de Krabbé's en Thomassen mij weer een seizoen rust zullen geven. 
Weet u wat ik zou willen?
Op bezoek bij die Krabbé.
Of die Thomas.
Gewoon als ze thuis zijn.
Met veertien autistische 'interior designers',
een prettige sloopploeg van dertig kortgenekte grofgebouwde Rotterdammers

en twaalf  kleurenblinde binnenhuisschilders.
Een nieuw programma:
“Eigen Huis in Puin”. 
Zou John de Mol daar niets voor voelen?
Ik wil het wel presenteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten