Vakantievoorpret.
Tenminste, zo wordt het voorgesteld. Brochures worden verzameld en het internet wordt afgezocht naar de meest ideale vakantiebestemming. We moeten er uit. De nomade in ons wordt wakker.
Mensen zijn hartstikke gek.
We verruilen onze comfortabele woning om na een slopende dag doorrijden op de Franse Autoroute du Soleil aan te komen bij de Spaanse Costa om aldaar uitgeput neer te zijgen in een kant en klaar tent.
Het plaatselijke ontvangstcomité, een semi-bejaard echtpaar zit al klaar en verwelkomt ons met de goedkoopste fles rosé die in de wijde omtrek te vinden was. En ik had al zo'n hoofdpijn van de reis.
Zij zijn gastvrouw en -heer (een campinggaststel), hun taak is te waken over het contingent tenten dat de boekingsorganisatie op de camping heeft geplaatst.
Voor tien weken hebben ze hun Amsterdamse drie-hoog achter flat verruild voor een plek op de camping, dweilen wekelijks de tenten uit om daarna met het verdiende geld nog drie maanden tegen 60+ tarieven na te zomeren in een leuk appartementenhotel op Gran Canaria.
Wat doe ik verkeerd?
Een kant en klaar tent.
Ik ben er wel klaar mee.
Het lukt ze altijd om die tenten niet waterpas te zetten waarmee dus ook het bed op 'vals plat' komt te staan. s'Ochtends wordt je wakker met je kop tegen het hoofdeind gedrukt. Diezelfde kop is gevaarlijk rood omdat al het bloed zich achter je ogen heeft teruggetrokken.
'U heeft al een lekker kleurtje buurman, niet te lang met het hoofd in de zon hoor!'
Overdag bivakkeren we aan het strand.
Het regent er nooit.
Jawel, het regent er wel. Ik heb foto's dat we met z'n allen onder de parasol schuilen tegen Spaanse plensbuien. Die foto's halen alleen nooit het vakantieplakboek.
Wij besluiten deze feestelijke vakantiedagen meestal door wat geblakerd vlees van de barbecue te krabbelen om ons daarna nog even voor de tent te laten leegzuigen door de plaatselijke muskieten. Zij doen zich tegoed, gaan niet op vakantie. Ik heb vorig jaar voor het eerst een mug horen boeren.
's Nachts doe je niets anders dan je plas ophouden.
Er zijn namelijk twee opties, gebruik maken van een emmer die je gegarandeerd minimaal één keer per vakantie omver gaat lopen, of de wandeling maken naar het verderop gelegen toiletgebouw. Dat betekent t-shirt aan, broek aan, slippers aan, zaklamp aan en dan....proberen geruisloos de tent te verlaten.
Gaat niet, die rits.
Een heel robuuste rits die een heel robuust geluid maakt op een verder doodstille camping.
Twee keer...,
één keer heen:
Fzwieeieieiiieieieiiiieieieieieieieiiieeiei (twee meter rits)
en na een paar minuten weer terug:
ieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieiwzF (en nog eens twee meter).
Nu is de hele tent wakker, moeten ze opeens allemaal plassen en dus wordt de rits het komende half uur zeer nadrukkelijk getest. Blijkbaar hebben de buren in een straal van 200 meter ook onze rits gehoord want voorlopig hoor ik een hele trits ritsen meedoen in deze nachtelijke symfonie.
Op zulke momenten verlang je naar je porseleinen Sphinx die ongebruikt staat te verdrogen thuis.
Het is uiteraard niet allemaal leed.
Gelukkig is er altijd wel 'vertier' op de camping. De lokale Dries Roelvink blijkt de komende avonden te zijn ingehuurd. Hij begeleidt zichzelf op een aftands keyboard terwijl boven zijn hoofd de TL-buis van de naastgelegen snackbar (in de folder beschreven als sfeervol specialiteiten restaurant) knippert als ware het een echte lichtshow.
Een keer een geweldig animatieteam meegemaakt op een camping in de Ardèche. Dertig man sterk die iedere avond volledige musicals ten uitvoer brachten.
Minder was het feit dat zij bivakkeerden boven het toiletgebouw die zo ongeveer naast onze tent was gesitueerd.
Los van het feit dat je de stoelgang kon volgen van de halve camping, eindigde voor deze dertig jong volwassenen zo rond 01.00 uur s'nachts hun werkdag hetwelk dagelijks werd gevierd met luidruchtige, wijnbesprenkelde orgies. Het ging er geanimeerd aan toe.
Mijn nachtelijke smeekbede onder aan het raam werd alleen gehonoreerd met de regelmatige en uitnodigende vraag 'Que-est ce que vouz desirez?'
Maar ik wilde helemaal niets met Desiré, ik wilde slapen.
Na een brakke nacht strompel je net al ieder ander met een wc-rol onder je arm richting toiletgebouw. Iedereen kijkt alsof hij toch vooral niets onder die arm heeft. Hé, wat heb ik hier nou onder mijn arm? Een toiletrol? Hoe komt die daar nou?
Om er dan in datzelfde toiletgebouw achter te komen dat er iemand in de wasbak heeft gesch....
Laten we wel wezen, moet voor een half bezopen campinggast toch een behoorlijk acrobatische stunt zijn geweest.
Kan daar zo boos om worden.
Heb uit pure baldadigheid toen maar mijn tanden gepoetst boven de toiletpot! Ha, ik zal ze leren!
Al viel het nog niet mee om daar mijn mond te spoelen na afloop. Ook dat vraagt om een flexibele ruggengraat.
Na veertien dagen of drie weken (ja, het kan erger), pakken we alles in en rijden in een ruk terug naar Nederland. Terug naar de goed geoutilleerde keuken, de kingsize box-spring, het altijd voorhanden zijnde sanitair.
En op de eerste werkdag vertellen we allemaal hoe geweldig de vakantie wel was, hoe schitterend het weer en hoe gezellig de contacten.
Al weten we met zijn allen uit de kranten dat het zes weken noodweer was in Europa, op de een of andere manier tref je nooit iemand die er middenin zat. Knap is dat.
Changement de decor. Daar doen we het voor zeggen we. Er even tussen uit.
Dit jaar komt er een andere auto.
Dus zal het met de vakantie wat minder worden.
Jammer hoor.
Deze zomer lig ik in de late avond in mijn hangmat, achter in mijn tuintje aan het water.
Wijntje binnen handbereik.
Hoor wat gekwaak van kikkers, verder alleen stilte,
niets dan stilte en rust.
Kijk ik omhoog en staar naar de sterren.
Urenlang.
Wat een prachtig decor.
Quelle changement!
En als ik moet plassen?
Tien stappen lopen en een ritsje van 15 cm.
Ik heb nu al voorpret.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten